| |
| |
| |
Kronijk en boekennieuws.
Davidsfonds. - Algemeene vergadering der afdeelingsbesturen. - Deze jaarlijksche bijeenkomst had plaats den 15 dezer, in de Promotiezaal der Hoogeschool van Leuven. Een goed getal afdeelingsbesturen was vertegenwoordigd, vooral dat van Antwerpen.
De rekening over het verleden jaar en de begrooting voor het loopende werden zonder opmerkingen aangenomen.
De zitting ving aan met het Verslag over de werkzaamheden des Hoofdbestuurs, door den heer Fr. de Potter, algemeenen secretaris. Hij stelde den uitzonderlijken bloei vast der groote instelling, die ongeveer 7,000 leden telt en nog met nieuwe afdeelingen wordt verrijkt. Dank aan het wijze, voorzichtige beleid van den algemeenen Voorzitter, den heer P. Willems, sluit elk jaar met een bonis, hoewel de uitgaven aanzienlijk zijn. Antwoordende op de vraag van enkele afdeelingen, die eene andere keuze der uit te geven boeken zouden verlangen, zegde de Secretaris dat het Hoofdbestuur meende den besten weg te hebben ingeslagen, door de uitgave van boeken, die het nuttige met het aangename paren; er dient gezorgd te worden voor den eenvoudigen lezer der dorpen, die slechts een lager onderwijs genoot, en voor den lezer der meer ontwikkelde steden, die zich verder in letterkunde en wetenschap oefent. Sprekende over de uitgave van David's hoofd- en meesterwerk, voegde de Secretaris er bij, dat dit hoe langer hoe meer gewaardeerd wordt, ja zelfs zoo verre, dat verleden jaar de eerstgedrukte deelen (met eene oplage van 5000) opnieuw zijn moeten ter perse gelegd worden, ten einde de vragen der talrijke bijkomende leden te kunnen voldoen. - Dat die groote bijval verdiend is, zal zeker niemand in twijfel trekken. David leverde eene uitgebreide Vaderlandsche Historie, geput aan de zekerste, vertrouwbaarste bronnen, geschreven in eenen eenvoudigen, vloeienden en bevattelijken stijl. Geen ander in 't Nederlandsch geschreven werk van dien aard kan er mede in vergelijking komen.
Op voorstel der Borgerhoutsche afdeeling werd door de vergadering beslist, dat de werken, door het Davidsfonds uitgegeven, noch geheel noch gedeeltelijk in dagbladen en letterkundige tijdschriften mogen overgedrukt worden zonder oorlof van het Hoofdbestuur.
| |
| |
Na de vergadering, op welke de volkomenste eensgezindheid heerschte, had in Barcelona het ‘gezellig feestmaal’ plaats, waarop het, volgons loffelijke gewoonte, niet aan heildronken, inzonderheid voor het Hoofdbestuur, ontbrak.
Wij vergeten te zeggen, dat, volgens beslissing der vergadering, voortaan de jaarlijksche algemeene bijeenkomsten zullen gehouden worden op eenen zon- of feestdag, zoo veel mogelijk gedurende de Paasch-vacantie, ten einde, des morgens, de nuttige wisseling der gedachten, des namiddags de banketvreugde nog grooter te maken.
Algemeene feestvergadering van het Davidsfonds, te Kortrijk. Omzendbrief der afdeeling:
1. De Feestvergadering zal twee dagen duren (22 en 23 Oogst).
2. Wij vragen eene vermindering op den prijs der reiskaarten voor al de leden van het Davidsfonds, die zich naar Kortrijk begeven of er van terugkeeren. - Later zullen wij u een omstandig programma, benevens het gevraagde getal erkenningskaarten toezenden.
3. Alwie als spreker in de letterkundige zittingen wil optreden, gelieve den heer Th. Sevens schriftelijk te verwittigen voor den 1 Oogst, tevens het onderwerp opgevende, dat hij wil behandelen.
4. Elke redenaar zal over hetzelfde onderwerp ten hoogste een kwart uurs mogen spreken.
5. Het Bestuur mag éenen of meer sprekers aanduiden, om op eenen vorigen redenaar te antwoorden. In geen geval mag dit antwoord langer duren dan de eerste bespreking.
6. Heeren Commissarissen zullen zich ten dienste stellen van al degenen, die onze merkweerdigheden willen bezoeken: de St-Martenskerk met muurschilderingen van Van der Plaetsen en tafereelen van De Craeyer, Van Mander, Van Moerkerke, Garemyn, Vermote, Van Oost, enz.; de kerk van O.-L.-V., met de heerlijke kapel der Graven van Vlaanderen, en schilderijen van Van Dyck, De Deyster en anderen; de kerken van St-Elooi en St-Rochus; de herstelde kerk der eerw. paters Juzuïeten; het stedelijk musëum van schilder- en beeldhouwwerken; de eeuwenoude Broeltorens; het musëum van oudheden in den zuidelijken Broeltoren; de prachtige schouwen en muurschilderingen in het stadhuis; de openbare boekzalen; de tentoonstelling van kunst en nijverheid in den Burgerkring, enz.
7. Voor hen, die zulks verlangen, zal er voor behoorlijk nachtverblijf en gastmaal worden gezorgd, mits schriftelijke verwittiging vóor 1 Oogst aanstaande, in te zenden aan de heer Th. Sevens.
8. Het feestmaal zal den tweeden dag om 1 1/2 ure plaats hebben. De inschrijvingsprijs is bepaald op 5 fr., de wijn niet inbegrepen. Wie aan dit feestmaal verlangt deel te nemen, wordt dringend verzocht, uiterlijk voor den 1 Oogst, den heer advocaat Hector Mullie, Groote-Hallestraat, te Kortrijk, te verwittigen.
| |
| |
Vlaamsche Academie. - In hare zitting van 16 Mei heeft zij lezing gehoord van eene merkwaardige bijdrage van M. Prayon-Van Zuylen van Nyevelt: De taalstijl in 't graafschap Wallis. Er is besloten onmiddelijk overtegaan tot het drukken van Maleghijs uittegeven door Jonkheer N. De Pauw, het Glossiarium van Alexander Yeesten door hoogleeraar Roersch en dit van De Zevenste Bliscap van Maria door K. Stallaert. De bekroonde studiën der heeren Broeckaert en Craeynest over Bastaardwoorden zullen versmolten worden en volledigd door Dr Gezelle. De eerste aflevering der Verslagen en Mededeeling van 1888 is thans verschenen (4 fr. 's jaars), en in 't kort verschijnt het jaarboek met portret en levensbeschrijving van wijlen Desideer Delcroix (fr. 2,50).
Van Manderscommissie. - Karel van Mander, de schepper der nederlandsche kunstgeschiedenis, de verdienstelijke dichter en schilder, waarop Vlaanderen en gansch Nederland met fierheid wijzen mogen, zal door zijn volk in eere hersteld en bekroond worden.
Eene commissie werd voor eenige weken te Antwerpen ingericht, onder den naam Van Manderscommissie ten einde de noodige gelden in te zamelen ter oprichting van een standbeeld aan Karel van Mander, in 1548 te Meulebeke (W.-Vl.) geboren. Het beeld zal geplaatst worden in 's mans geboortedorp.
De Van Manderscommissie bestaat uit de volgende leden:
De heeren Henri Hymans, conservator der koninklijke Bibliotheek te Brussel; Max Rooses, conservator van het Musoeum Plantin-Moretus te Antwerpen; Lambert van Ryswyck, kunstnijveraar, id.; P. van der Ouderaa, kunstschilder, id.; Frans Gittens, letterkundige en gemeenteraadsheer, id.; Jaak Van den Bemden, senator, id.; P. Génard, stadsarchivaris, id.; Dr C. Hansen, stadsbibliothecaris, id.; Gustaaf Segers, leeraar aan de Staatsnormaalschool te Lier; Leopold Plettinck, dagbladschrijver te Antwerpen.
Het bureel werd samengesteld als volgt:
Eere-voorzitters: M.G. van Tienhoven, burgemeester van Amsterdam; Dr Pr. Plettinck, burgemeester van Meulebeke; Voorzitter: De heer Max Rooses; Onder-voorzitter: De heer Pieter van der Ouderaa; Schrijver: De heer Leopold Plettinck. Schrijver van het werk: Studiën over het leven en de werken van Karel van Mander, dichter, kunstgeschiedschrijver en schilder.
Wij wenschen dat het doel der Van Manderscommissie ten spoedigste verwezenlijkt worde!
Fantasiekens over Vlaamsch en Onderwijs door P.E.A. - Drukkerij van Karel Peeters. Naamsche straat, 22, Leuven. 1888.
't En zijn niet enkel de overdreven studentenbladjes en de Klauwaart meer, tegen de welke de vreedzame lieden vuur en vlamme spuigen, die tegen de verfransching opkomen en de franschelaars op den hekel zetten!
O neen 't!
| |
| |
De ernstige Jaarboek van 't Davidsfonds is nu ook van 't rechte spoor gedompeld.
Hij kapt en kerft zonder mededoogen op de franschkiljons. Hij penceelt hunne belachelijke beeldtenis met fijne trekken. Ei! wat gelijkende spotprenten van verfranschte ambtenaars, verfranschte vrouwen, verfranschte leeraars en verfranschte huisgezinnen.
De vlaamschhaters hebben lang genoeg met de vlaamsche jongens den spot gedreven: deze zijn intusschentijd tot mannen gegroeid; zij hebben de taal- en de letterkunde beoefend; zij hanteeren de penne en brengen hunne tegenstrevers met hofsche ridderlijkheid diepgevoelde slagen toe, tot in den Jaarboek van 't Davidsfonds!
De schrijver durft zelfs de verfranschte nonnenkloosters aanranden: zonder uitstel wordt hij tot ketter gedoemd.
Vele voorzitters en raadsleden van afdeelingen zullen in deze bladzijden hun eigen ‘conterfeitsel’ herkennen. Zij zullen aanstonds naar uitleg trachten en beweren dat de opstel door eenen woelzieken student aan het Davidsfonds wierd opgehangen.
De schrijver is een bedaard man die uit vaste overtuiging, zonder eenige opgewondentheid, zijne onwrikbare vlaamsche gevoelens lucht geeft.
't Is een gewezen leeraar van een onzer meeste gestichten van onderwijs die in deze Fantasiekens ons eenen waren letterkundigen perel heeft geschonken.
Deze bladzijden moeten afzonderlijk gedrukt worden ten voordeele van den arme; onze leerende jeugd zal er heure vlaamschgezindheid in voeden en vervromen; onze prijsdeelingen zullen ze, 't is te hopen, bij duizende afdruksels onder het volk verspreiden.
J. Claerhout.
De geheimen der Vrijmetselarij ontluisterd, door Léo Taxil, oud-lid der parijsche Loge ‘Les Amis de l'Honneur Français’ van het Groot Oosten van Frankrijk.
Er is in den nieuweren tijd, zoo door vrijmetselaars als door nietvrijmetselaars, veel geschreven over de vrijmetselarij, haar doel, haar inrichting, haar werk. De vrijmetselaars zijn echter op dit punt niet te goeder trouw; zij mogen volgens hunne eeden de eigenlijke geheimen en bedoelingen van hunne vereeniging niet bekend maken. Anders is het met de niet-vrijmetselaars. Zij spreken onbewimpeld over die instelling. Hunne mededeelingen evenwel liepen bijna altijd over bepaalde punten, zelden over een reeks van geheimen, nooit over al de geheimen der sekte. Zij konden omtrent sommige zaken zeer goed ingelicht zijn, niet omtrent alle, daar de vrijmetselarij zorgvurdig hare ritualen, boeken, enz. geheim houdt.
Een gelukkige gebeurtenis was het dan ook voor de vrienden der waarheid en des lichts, toen, twee jaren geleden, een fransch schrijver, Gabriel Jogand Pagès, bekend onder den naam Léo Taxil, (die in 1885, na vele jaren ongeloovig en vrijmetselaar
| |
| |
geweest te zijn, tot de Katholieke Kerk terugkeerde), zijn onthullingen omtrent de vrijmetselarij begon. Na vele meer wetenschappelijke werken, zooals Les Frères Trois-Points, dat 32 oplagen beleefde; Le Culte du Grand-Architecte en Les Soeurs Maçonnes ieder met 20 drukkea in een jaar tijds, begon hij in 1886 aan de uitgave van een werk voor het volk, waarin hij het zakelijke van zijne drie genoemde werken tot één deel vereenigde. Het nut van dit werk werd veel verhoogd door de fraaie platen, waarvan het vergezeld ging.
Reeds dadelijk na het verschijnen van de eerste aflevering vatten wij het plan op, dit werk voor het nederlandsche publiek toegankelijk te maken, en gelukkig behoefde ons voornemen niet onuitgevoerd te blijven.
De nederlandsche bewerker heeft zich overal waar de officiëele ritualen gegeven worden, streng aan den franschen tekst gehouden. Alles, waarin de nederlandsche vrijmetselarij verschilt van de fransche, wordt door hem omstandig vermeld, vooral in aanmerkingen onder aan den voet der bladzijden. De vertaling is dus niet enkel een getrouwe overzetting der fransche ritualen, maar ook een bron voor de kennis der nederlandsche vrijmetselarij. Hiertoe heeft de bewerker niet alleen geput uit hetgeen door bekende tegenstanders, zooals Taxil in zijn andere werken, de belgische publicist Amand Neut, Eckert e.a. geschreven is, maar ook vooral uit de officiëele stukken der nederlandsche loges en de werken, die alleen voor vrijmetselaars verkrijgbaar gesteld zijn.
Taxil heeft niet zooveel in dit werk gegeven als hij in zijn prospectus beloofd had, - bijv. maçonnieke gezangen, een woordenlijst der logetermen, algemeene reglementen, - dat alles heeft de bewerker zelf opgespoord en ingevoegd, zooals ter plaatse blijken zal. Wij behoeven zeker niet te zeggen, dat het werk daardoor veel in waarde gestegen is en zelfs in sommige opzichten boven het fransche staat. Ook wij zullen de platen bij het werk voegen, doch niet zooals in het fransche geschied is in, maar buiten den tekst gedrukt. Ook hebben wij er platen bijgevoegd, die niet in het oorspronkelijke werk voorkomen.
Dit zij voldoende om ieder te overtuigen van de belangrijkheid van dit werk; dat ieder er zijn voordeel mede doe!
Wijze van uitgaaf. - Het werk zal verschijnen in 20 à 24 afleveringen van 3 vel royaal 8o. Wat het grooter mocht worden, zal den inteekenaren gratis geleverd worden. Daarbij is het opgeluisterd door minstens 60 fraai gesteendrukte platen.
Iedere afl. zal dus 48 bladzijden druks en 3 à 4 platen bevatten aan den prijs van 0,75.
Deze uiterst lage prijsberekening heeft alléén ten doel ieder in de gelegenheid te stellen zich dit standaardwerk, het eerste dat in het Nederlandsch op dit gebied verschijnt, aan te schaffen.
Zooveel doendelijk verschijnt iedere drie weken een aflevering, thans is de eerste aflevering verschenen.
Men teekent in bij S. Leliaert, A. Siffer en Cie, Hoogpoort, 52, te Gent.
| |
| |
Geschiedenis en beschrijving der Lijkbehandeling en rouwplechtigheden bij de meeste volken, door Dr Is. Bauwens.
Tot het handhaven der aloude begraving, tot het verheerlijken onzer kerkhoven werd dit boek geschreven.
Sedert een dertigtal jaren arbeidt men met onverpoosde vlijt om de beaarding der lijken door de aschmaking te vervangen. Om dit doel te bereiken, wenden de voorstanders dier nieuwigheid velerlei middelen aan: de lijkverbranding hemelen zij door de uitbundigste lofspraak op, de lijkbegraving schilderen zij af met de zwartste kleuren. Zij roepen de getuigenis der historie in, om door haar de deugdelijkheid der aschmaking te bewijzen.
Met het inzicht hunne leeringen onder het lichtgeloovige volk te verspreiden, zonden de lofpredikers van het heidensch gebruik boeken op boeken in de wereld; zij schreven prijskampen uit voor de beste werken over hun geliefkoosd ontwerp, zij openden wedstrijden voor de doelmatigste lijkovens. Het valt niet te ontkennen: een bedenkenswaardige uitslag heeft die aanhoudende pogingen bekroond. Vuurovens aller vormen en aller prijzen zijn vervaardigd; in alle landen is het verbrandingsvraagstuk te berde gekomen; en, wat meer is, Italië, Frankrijk, Engeland, Duitschland en eenige staten van Amerika hebben het reeds aangevangen ons stoffelijk omhulsel door het vuur ie verdelgen. Oostenrijk, Rusland, Holland, Denemarken, België tellen vele liefhebbers van dit nauwsoortig besteden der lichamen.
De strijd tusschen de aschmaking en de teraardebestelling is dan voorgoed begonnen. Wil men het misprijzen onzer kerkhoven te keer gaan, men aarzele niet meer ter hulp te snellen.
Wij hebben onze krachten aan eene zoo nuttige en dringende zaak willen beproeven.
Het bespreken der gewaande voordeelen, welke aan de aschmaking toegekend worden, en het wederleggen der nadeelen, van welke de begraving wordt aangeklaagd, maakt het onderwerp uit van een later te verschijnen werk; in het voorhanden boek houden wij ons enkel bezig met geschiedenis.
Waar en wanneer de verschillende lijkbehandelingen ontstaan zijn; bij welke volken elke dezer bepaaldelijk werd ingevoerd; hoe zij zich ontwikkelden en om welke redenen zij zich handhaafden; in welke mate zij bij de volken gebruikt werden en met welke plechtigheden zij gepaard gingen - ziedaar wat wij, naar de beste oorkonden, poogden te achterhalen. In den loop van het werk hebben wij ons bevlijtigd eene wederlegging te leveren der menigvuldige verkeerde opvattingen en verdraaiingen van feiten, welke bij onze tegenstrevers steeds op het verguizen der begraving en het verheerlijken der lijkverbranding uitloopen.
Wij hebben een boek trachten te schrijven, dat elken beschaafden lezer in de hand kon gegeven worden. Waar de stof eenige
| |
| |
wetenschappelijke uitweidingen vereischte, zijn wij de noodige uitleggingen voor minder ontwikkeling niet schuldig gebleven. Daardoor meenden wij een leesboek verschaft te hebben, dat als prijs aan de leerende jeugd kan worden uitgedeeld; behalve de kennis der rouwgebruiken, zal hij er ook eenen voorraad van wetenswaardige zaken over geschiedenis en volkenkunde uit opoogsten.
Mochten tevens deze bladzijden den welverdienden eerbied voor onze doodenakkers in de harten doen aangroeien, mijn oogmerk ware bereikt.
Aalst, 14 Mei 1888.
Dr Is. Bauwens.
‘De geschiedenis der lijkbehandeling’ zal ongeveer 360 bladzijden, groot in-8o, beslaan en gedrukt worden op getint papier. De prijs is vastgesteld op fr. 2,50 voor Belgiê, fr, 1,25 voor Holland.
Er zal eene zeer groote vermindering toegestaan worden aan de gestichten en aan alwie voor een zeker getal afdruksels inschrijft:
Voor |
12 |
afdruksels krijgt men een dertiende. |
Voor |
24/26 |
afdruksels eene vermindering van 10% |
Voor |
48/52 |
afdruksels eene vermindering van 20% |
Voor |
96/104 |
afdruksels eene vermindering van 30% |
Men schrijft in bij de uitgevers dezes.
Om in 't korte te verschijnen bij de uitgevers dezes: De fransche revolutie in Vlaanderen, door Joseph Samyn, professor in 't college te Meenen, in 12o van rond de 300 bladzijden, prijs fr. 1.50.
't Is nu zeven jaren geleden dat de eerste uitgave van de ‘Fransche Revolutie in Vlaanderen’ uitkwam. Dat werkske vond grooten bijval in 't vlaamsche land en wierd alom gretig door het volk gelezen; de geheele uitgave - rond de 1500 afdruksels - was in vijf zes maanden tijd gansch uitgeput.
De Bien Public, de Journal de Bruxelles, de Gazette van Thielt, de Gazette van Dixmude, Rnod den Heerd, de Duinengalm, het Vlaamsch Heelal, de Vlaamsche Wacht, de Patrie van Brugge, het Handelsblad van Antwerpen, de Gazette van Brugge, de Tassche van Leuven, de Gazette van Kortrijk, en andere dagbladen en tijdschriften spraken er met den meesten lof van.
Het werk dat wij aankondigen is het trouw verhaal van de afschuwelijke moorderijen en baldadigheden door de Revolutie gepleegd; het vertelt van de vervolging der geestelijkheid, het sluiten van de kerken, den beloken tijd, het afhalen en wegvoeren onzer klokken en kunststukken; het handelt van de ongehoorde en eilaas! thans vergetene geldafpersingen der Franschen; het doet klaar en eenvoudig uiteen hoe de Franschen met gedwongen leeningen, assignaten en rekwisitiën ons volk uitplunderden en verarmden, en menig man tot den bedelzak brachten.
Thans, dat men den honderdsten verjaardag dier zoogezeide glorievolle Revolutie schikt te vieren: thans, dat men in de liberale dagbladen allerhanden lof uitbazuint, die afschuwelijke omwenteling ter eere; - is
| |
| |
het een gunstig en geschikt oogenblik om aan ons vlaamsche volk dien tijd te herinneren waar onze vaderen met zoo een grooten afschrik van spraken. Alles wat de schrijver vertelt steunt op grondige en authenthieke stukken, op de wetten en besluiten der fransche Revolutie, op echte oorkonden bewaard in de archieven. Telkens wordt er verzonden naar het oorspronkelijk stuk; menigmaal wordt het onderaan de bladzijde in den oorspronkelijken tekst overgedrukt: en die aanhalingen geven aan 't werk eene ernstige geschiedkundige weerde.
Deze tweede uitgave is met groote zorg overzien, merkelijk vermeerderd en op goed papier gedrukt. Zij zal verschijnen in twee volumen in 12o, van rond de 150 bladzijden ieder, geheel geschikt om in de prijsdeelingen aan de kinderen onzer katholieke scholen uitgedeeld te worden.
De twee volumen kosten fr. 0,75 ieder, het zij fr. 1,50 voor geheel het werk. Voor meerdere getallen is er vermindering.
Brieven over Africa van Zanzibar naar Tanganyka, door E.P.A. Vyncke des gezelschaps van O.L.V. van Africa. - Schoon boekdeel met 148 blz. klein in-8o. Prijs: fr. 0,75; met 10 genomen fr. 0,65; met 25 fr. 0,55.
Dit boekske, een vervolg op twee andere van den zelfden schrijver, is even belangrijk als de vorige. Het verhaalt de lastige reize, 300 uren verre, van eene schare katholieke zendelingen, door de brandende woestijnen van Africa om tot in 't binnenland en bij hunne medebroeders te geraken. Frisch en bevallig, eenvoudig, verkwikkend en opbeurende, vol rechtzinnigheid en geestdrift zijn die brieven; aantrekkelijk als vertelboeken, en ernstig genoeg om nuttig en leerzaam te zijn. Alles vloeit er uit het gemoed; het herte spreekt in vrolijkheid, in godvruchtigheid, in last en moeilijkheden, in gevaar en angste, en overal blijkt de aard van den schrijver door, en weerspiegelt in zijn woord.
Wij bevelen deze brieven bijzonderlijk aan de scholen voor de prijsdeelingen aan.
De verkoop geschiedt ten voordeele der katholieke zending van Midden-Africa; zoo kunnen alle katholieke Vlamingen onzen landgenoot in zijn heilig en grootsch werk met een kleintje ter hulpe komen. De prijs is uiterst leeg gesteld.
Trekt deze onze uitgave wel, zoo hopen wij later een vierde deel te mogen uitgeven, dat handelen zal over de inrichtingen, de werken, den vooruitgang, de beproevingen der zendinge van Kibanga, in Midden-Africa, in dewelke E.P. Vyncke zijnen arbeid en zijn leven besteedt tot het welzijn der arme heidenen van die lang verlatene gewesten.
Men kan inschrijven bij de drukkers-uitgevers S. Leliaert, A. Siffer en Co, te Gent, of bij den bezorger dezer uitgave, den Heer Em. De Monie, pr. Zilverstrate, Brugge.
| |
| |
Vlaanderen voor en tijdens het bewind der geuzen. - Bijdragen tot de geschiedenis der XVIe eeuw door Theodoor Sevens. - Zwaar boekdeel van 300 bladz. nog onder pers. - Prijs: 4 fr.
Twee drama's overheerschen heel onze nieuwere geschiedenis: de godsdienstige beroerten der XVIe eeuw en de Fransche omwenteling. Ook schijnt het ons toe, dat het hoog tijd is om beide gebeurtenissen te doen kennen, met al de verfoeilijke daden, welke hen kenmerken - tot leer en les van ons Vlaamsche volk.
M. Sevens heeft gedurende verscheidene jaren al zijne ledige uren besteed, om een getrouw tafereel van de omwenteling der XVIe eeuw op te hangen. De bijzonderheden, welke hij aanhaalt, komen uit de geloofweerdigste bronnen, als daar zijn: de briefwisselingen van Karel V, Philip II, Willem van Oranje, Granvelle, Margareta van Parma en anderen; de kronijken van Van Vaernewijk, Van Campene, Van de Vivere, Van Hermelghem, Van Male, Taelboom, Epinoy, De Jonghe, Costerius, enz.; de sententieboeken, de gemeente-, kerk- en dischrekeningen van verscheidene plaatsen; de aanteekeningen van sommige priesters; de schriften der toenmalige schrijvers, enz.
Het werk behelst de volgende hoofdstukken:
I. Toestand van Vlaanderen op het einde der XVe eeuw. - II. De geestelijkheid in de XVe eeuw. - III. Kerk en Staat in vroegere eeuwen. - IV. Opkomst der Hervorming. - V. Karel V verzet zich tegen de Ketters. - VI. Het Geloofsonderzoek. - VII. Voortgang der ketterij. - VIII. Philip II. - IX. De Staatsraad. - X. Philip II neemt nieuwe maatregelen tegen de ketterij. - XI. Marnix van Ste-Aldegonde. - XII. Het Eedverbond der edelen. - XIII. Twee vergaderingen van Geuzen. - XIV. De beeldstormerij in 1566. - XV. Na den beeldenstorm. - XVI. Nieuwe gruweldaden der Geuzen. - XVII. Eenige bladzijden geschiedenis. - XVIII. De Bevrediging van Gent. - XIX. Don Juan van Oostenrijk. - XX. Het verbond van Atrecht en de unie van Utrecht. - XXI. De hertog van Anjou. - XXII. Het einde der omwenteling. - XXIII. Stoffelijk verval van Vlaanderen. - XXIV. Toestand der schoone kunsten. - XXV. Historische bewijsstukken.
Een geschiedvorscher, die het handschrift van M. Sevens ter inzage ontving, schreef hem als volgt: ‘Ziedaar een uitmuntend en nuttig boek. Alwie de Nederlandsche beroerten grondig wil kennen en beoordeelen, zonder menige folianten te raadplegen, koope dit werk.’
Ook hopen wij, dat het Vlaamsche volk dit belangrijk gewrocht welwillend zal ontvangen.
Men schrijft in bij de Uitgevers dezes.
|
|