vrome burgers verdacht te maken; ziende dat zij te doen had met een moedig volk, dat zijn oude vrijheden zocht te handhaven, richtte zij zich naar Parijs, waar weldra een nieuw decreet werd uitgevaardigd door den politieminister... Cochon, hetwelk alle overtreding op de plaatselijke bevelen dreigde met straffen van boete en gevang...
Het Antwerpsche volk ging niettemin voort, de berechtingen met alle teekens van eerbied, en talrijker dan ooit, te vergezellen, zoodat de republikeinen, wilden zij hunne bevelen nageleefd zien, de gewapende macht moesten doen tusschenkomen en slechts door behulp van nog andere dwangmiddelen het laatste woord hebben mochten.
Het is het verhaal dezer gebeurtenissen, klein, op henzelven genomen, maar gewichtig, wanneer men ze beschouwt van 't standpunt der beginselen, die de overweldiger hier kon doen zegepralen, dat de heer J. Staes in een klein vlugschrift (22 bl. in-8o, overdruk uit de Vlaamsche School) mededeelt. Daarachter volgen nog eenige bijzonderheden omtrent andere hatelijke vervolgingen, aan welke de priesters destijds blootstonden.
In eene aanteekening zegt de Schrijver, dat hij een grooter werk over die gebeurtenissen op het getouw heeft. Wij moedigen hem aan, er alles over mede te deelen wat hij weet: Ons volk kent de geschiedenis niet van die heillooze dagen, op welke onze grootvaders het Fransch geweld en de Fransche blague, tot hun innig verdriet en tot hun onberekenbaar nadeel, onderstonen.
D.
Jaarboek van de letterkundige vereeniging Jan-Frans-Willems. Vierde jaargang. - De maatschappij van Nederlandsche letteroefening, met vorenstaanden titel, is eene van de weinige, die blijken geven van werkzaamheid. Menige soortgelijke genootschappen bestaan, zeer schitterend, op het papier, 't zij in een jaarverslag, 't zij in een dagblad, maar vruchten van studie en werkzaamheid blijven zoek. Jan-Frans Willems bestaat uit jonge mannen, die dichtkunst en proza beoefenen, de novelle en geschiedenis schrijven, en verscheidene onder hen geven bewijs van grooten aanleg, ja van wezenlijk talent. Geschiedkundige bijdragen, in het onderhavige deel, zijn: Cammaert (de Vlaamsche opstand tegen de Oostenrijksche overheersching) door Ed. Schiltz; de Unie van Utrecht door Jul. van Herendael; in het romantisch vak treft men aan: De kortberg, door Ossenblok; eene schets van Antwerpen in de XVIe eeuw, door J.-B. van den Oever; Ze was oud geworden, en Het betooverd Huis, door J.-F. Buerbaum; Geloofde trouw en Vertrouwen in de Voorzienigheid, door P. Van Delen; Kunst tegen liefde, door Edw. Ipers; Hun Gustaaf, door G. Minnaert. De gedichten zijn onderteekend door J. van Herendael, J. Bouchery.