Het Belfort. Jaargang 3(1888)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Op eene eerste mis. Ja, 'k voel 't geheiligd vuur in mijnen boezem branden, En 't overstelpt gevoel wekt thans mijn zanglust op; Mijn ziel stijgt vrij omhoog, en, los van aardsche banden, Paart zij het reinst gevoel bij 't hevigst hartgeklop. Neen! 'k wil geen aardsche grootheid zingen, 'k Wil 't hart een weemoedstraan ontwringen Bij 't lied dat op mijn snaren zweeft; 'k Wil op mijn lier den luister malen, Den glans, die steeds in Sions zalen Het heilige priestrenkoor omgeeft! Wie is hij, die daar rijst in Trudo's tempelbogen, In plechtgewaad gedoscht, met fakkellicht omstraald? Hij draagt der englen God, het harte diep bewogen, Terwijl zijn vochtig oog op zijn Verlosser daalt. Een heilige vreugd bezielt de kooren; Een blijde feestgalm doet zich hooren Terwijl de plechtstoet nader treedt; En, dicht gehuld in wierookwolken, Draagt de offeraar het heil der volken, Den God, die eens voor 't menschdom leed. Doch is 't een waan?... In hem dien thans zelfs de englen eeren Als priester, offeraar, als Godes tolk op aard, Vind ik een broeder weêr, die eens in lager sferen Steeds aan mijn zijde zat aan d'eigen oudrenhaard! [pagina 484] [p. 484] Hij is in Godes kerk verheven; De heilige macht is hem gegeven, Die ons den hemel open sluit; En 't woord der wijsheid op de lippen, Toont hij zorgvuldig ons de klippen Waartegen menig bootje stuit. Zeg moeder, toen ge uw zoon het altaar op zaagt treden, Smolt toen uw ziel niet weg in ongekend genot? O! wierp toen niet uw oog een blik in 't bang verleden? Herdocht gij niet uw angst, uw zorg voor 's lievelings lot? Gij mocht dien zoon aan 't harte dragen, Zijne eerste zwakheid onderschragen, Hem leiden op het deugdenspoor; Thans mocht gij rijken zegen oogsten, Uw zoon is vriend des Allerhoogsten, Verheven in het priestrenkoor. O Broeder! ga en streef vol moed op Godes wegen: Draag onvermoeid den last, die op uw schoudren ligt; Doe wel en zie niet om, verspreid den rijksten zegen, En zoek slechts lof en roem bij 't oefenen van uw plicht. En dan wen, van uw zuivre lippen Gij Jezus, heilwoord laat ontglippen En 't schuldloos lam ten offer biedt; En 't dierbaar bloed uit Jesus wonden Tot verzoening plengt voor 's menschen zonden, Vergeet dan ook uw magen niet! †Pater Servatius Dirks. Vorige Volgende