Het Belfort. Jaargang 3(1888)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 308] [p. 308] Eene Ghazele. (proeve Oostersche poëzie, volgens de onderrichtingen van Jan Ferguut in ‘Makamen en Ghazelen’.) O Jesus! Gij gaaft me een hart zoo goed en teer, o Jesus, Thans leer me minnen naar Uw' leer, o Jesus! Begoocheling, was al wat aardsche liefde Mij geven kon; maar gij kunt meer - o Jesus. Mijn hart zag in hoe wreed het was bedrogen: Berouwvol keerde ik tot U weer - o Jesus. O zeg me dus hoe 'k mijnen vriend moet minnen En tegen 't zingenot mij weer' - o Jesus. Opdat ik steeds, als ik aan hem zal denken Tot U mijn hart en ziele keer' - o Jesus. Kom morgen dan dees Christenliefde zeeg'len' Daal morgen in mijn herte neer - o Jesus! St. Truiden. 26 Nov. 1887. Letterkundig genootschap ‘Utile Dulci’. Vorige Volgende