Een gedicht van pater Servatius Dirks.
MET een smartelijk genoegen las ik de beide artikelen in het Belfort der nagedachtenis van den Eerw. Pater Servatius Dirks toegewijd. Hoe groot ook, was de tol van lof, hem daarin betaald, in verre na niet overdreven. Wel integendeel. Zij slechts, die den betreurden overledene van nabij kenden, kunnen een denkbeeld vormen, eenigszins met de werkelijkheid overeenstemmend, van 's mans veelzijdige talenten, van zijne verbazende belezenheid, zijn helder doorzicht, zijne omvattende geestkracht, zijn machtig geheugen, zijne diepgrondige wetenschap.
Ik zei: met een smartelijk genoegen. Want hoog stond sedert jaren de rijkbegaafde aangeschreven, in mijne achting om zijn groote kunde, in mijne genegenheid om zijn edel hart. Aan zijne goed- of afkeuring liet ik mij veel gelegen, en onze wederzijdsche vriendschap telde tusschen de meest gewaardeerde mijns geheelen levens. En het trof mij innig, dat zijne laatste hartelijke groeten, met stervende lippen aan eenen zijner medebroeders, die op reis ging, aanbevolen, als een weerklank waren van gene zijde des grafs, daar hij reeds het aardsche had afgelegd, eer ze mij werden medegedeeld.
De schoone ziel ruste in vrede.
En worde, voor ons, de hoop verwezenlijkt door den Heer A. Siffer uitgedrukt (Belfort, 1887, bl. 574): ‘Wellicht vinden wij in zijne nagelaten papieren eenige brokstukken die, als een testament, een laatste aandenken, ongetwijfeld door onze lezers met gretigheid zullen onthaald worden.’
Ik acht mij gelukkig de eerste te zijn om dien vromen wensch reeds eenigszins in vervulling te brengen, met den lezeren des Belforts een dichtstukje van Pater Servatius aan te bieden, dat - voor zooveel ik weet - tot nog toe onuitgegeven bleef.
Het werd mij door den dierbaren overledene gezonden als bijdrage voor den Maria-Almanak, waarin ik het echter - mijns ondanks - niet opnam, omdat het geen Marialied was, en ging vergezeld van eenen brief, al te vleiend voor mij en waaruit ik dus enkel de volgende brok kan mededeelen, die ons getuigenis aflegt van 's mans nederig denken