men er die jonge pennen punt ter verdediging der liberale grondstelsels, o, o!....
In de voorrede van ‘Een Bloemenkrans’ staat voor hen een nieuws wellicht, dat ernstig overwegen verdient. Luistert eens:
‘Het is om hulde te brengen aan Heremans' nagedachtenis, dat te Gent onder de leerlingen van het Atheneum de studentenkring de “Heremanszonen” ontstond... - Wij spraken van de “Heremanszonen”. Ja, de studenten onzer door en door verfranschte athenoea zijn opgestaan! zij hebben eene machtige beweging begonnen, die veel goeds verrichten zal voor Vlaanderen... Te Brussel hebben zij een genootschap: “Help u zelf!” met Herman Hiel, zoon van onzen geliefden Emmanuel, als voorzitter; - te Antwerpen zijn de jeugdige krachten in den kring “Studie”, onder M. Frank's bestuur, werkzaam; - te Gent zijn de “Heremanszonen”, ontstaan met dichter Ernest van den Berghe aan het hoofd; - te Brugge, waar Prof. Julius Sabbe zong van “Kweekt mannentrots in 't Vlaamsche brein, - Het vaderland is nooit te klein”, daar is de kloeke bond “Voor taal vereenigd” met voorzitter Deuninck en secretaris H. van Eenoo, voor Vlaanderen in 't harnas gesprongen...’
En, in 's hemels naam! denkt toch niet dat daarmeê te lachen valt!
En is dat alles?... Wel neen!... Maar genoeg daarover. Gaan hem die nadenkt en op de toekomst peist, de oogen niet open?
En vermag die pleiade aankomende schrijvers niets op de toekomst? Ah! zij zouden hunne pen laten verroesten? Neen, dat doet eene driftige jonkheid niet! Bijlange niet! Denkt men er op?
Welke ondersteuning wacht de overtuigde jongelingen, die, in onze gestichten bij gebrek van voldoend onderwijs in de moedertaal, zich zelven volmaken? Als men hun de pen niet hanteeren leert, hun ja, wien zal men ze dan in de hand geven, als onze ouderen uitgeput het hoofd te rusten leggen?
En 't Vlaamsche volk wil tegenwoordig lezen, niet waar? Aan wie zij de taak hun gezond geestesvoedsel te bezorgen?
En sprekers voor onze voordrachten?
Vraagt onze Davidsfondsafdeelingen, waar zij 't ergste meê sukkelen, en, jaar in jaar uit blijven meê sukkelen?
En wat belooft de toekomst?
Ah! viele maar de blinddoek van voor de oogen!
Maar, om der liefde Gods! in name der toekomst van ons Vlaamsche volk, in name des vaderlands! houdt op met minachting eene wakkere jonkheid te bejegenen!
Leidt haar eerder; een vriendelijk woord zal zij niet versmaden; haar hert is te edelmoedig...
Eilaas! telde men de ongelukkigen die thans tegen ons het zweerd voeren... Waarom? Omdat koude verlatenheid, grievend