Het Belfort. Jaargang 2
(1887)– [tijdschrift] Belfort, Het– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Proeve van scheikunde in het Vlaamsch.MEN heeft dikwijls gezeid en herhaald dat het Vlaamsch niet kan dienen voor het aanleeren der wetenschappen. Wij hebben onlangs eene proeve ontvangen van Scheikunde in het Vlaamsch, door Eerw. H.D. Meersseman, pastor van Moorseele. Daaruit deelen wij hier het voorwoord en het eerste hoofdstuk mede. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Voorwoord.In stonden van verzet hebben wij deze verhandeling opgesteld, niet om ergens eene uitvinding mede te deelen of een ontdekking aan te kondigen, - wij achten immers niet dat wij in scheikunde iets meer of beter weten als iemand anders; - maar wij willen bewijzen dat men van scheikunde kan spreken even zoo wel in 't Vlaamsch als in andere talen. Zekerlijk heeft men ons niet afgewacht om zulks aan te gaan; maar och arme! dat was mij nu eene tale! Zij krielde van Fransche woorden, en nog erger; omdat men voor elke zaak geene vaste en keurige namen wist, men heeft er alles verward en overhoop gerabbeld, zout, en zuur en zerp, en wat weet ik wat al! | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
Wat verstaat een Franschman, die geen Latijn en Grieksch en kan, wat verstaat hij aan cyanure, en cyanhydrate, aan glucôse, en glucocholique, aan lixivier en lixiviel, aan oxyde, en oxacide, aan spectroscope, en organoleptique, aan élaïne, en oléine, aan silicium, en potassium, aan sulfate, en sulfure, enz., aan honderd andere schoone dingen, vreemde en onbekend? - Wij, Vlamingen, wij noemen alles in 't Vlaamsch, zonder daarbij iets te verliezen, tenzij den blaai van eene zotte verwaandheid. Ja maar, de Franschman heeft zijne tale den plooi der wetenschap gegeven! Hij maakt B.V. een kunstmatig verschil tusschen sulfureux en sulfurique, tusschen sulfite en sulfate; daarbij heeft hij nog voorvoegsels die ook al bijzondere wijzigingen van weerde zijn: proto-carbone, sesqui-oxyde, deut-oxyde, bi-carbonate, hypo-chlorite, per-chlorure, enz. - Hoe zal wel ooit iemand in 't Vlaamsch de woorden alzoo weten te plooien, met wijziging van zin en bedied? - Hoe? En wel! met klaar en eenvoudig in echt Vlaamsche woorden te zeggen al dat de Franschman met vreemde en anderszins ongebruikelijke voorvoegsels uitdrukt, of met Latijnsche of Grieksche uitgangen willekeurig bediedt. Sommige benoemingen zullen ellen lang zijn in 't Vlaamsch! - Ja, omtrent zoo lang als, B.V. acide hydrofluosilicique, in 't Fransch. - Wij hebben daarentegen te bate, zoo vele enkele benoemingen die men in éen Fransch woord niet kan vertalen, B.V. aanslamming = formation d'une couche muqueuse; avammeren = électriser négativement; ammerstellig = électro-positif; klenspapier = papier à filtrer; beenzwart = noir d'animal; enz., enz. En die nieuwe namen daar, aan stoffen gegeven, die sedert lange bekend stonden, en sedert lange eenen name gekregen hadden! - Zoo! En wat belet er nu, aan eene gekende stoffe, eenen kunstname te geven, beneffens den volksname dien zij al draagt? Zegt men dat de scheikundige Franschman ongelijk heeft zekere | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
stoffen chlorate de soude, acide arsénieux, sulfate de zinc, - de cuivre, - de fer, enz. te noemen, omdat het volk, aan die stoffen, den name geeft van sel de cuisine, mort aux rats, vitriol blanc, - bleu, - vert? En is het niet geheel en gansch willekeurig dat wij aan een slach van stoffen, namen geven die uitgaan op aart; aan een ander slach, namen op striemer of vlammer; op rik, of sel, of steen? - Geheel en gansch? 'k en peize 't niet. De reden van ons doen zullen wij ter plaatse geven. Hier willen wij aleenlijk laten bemerken dat wij, alzoo doende, ook de soorteeringe van stoffen hebben aangeduid, iets waar men in 't Fransch niet aan en kan. Maar 't zijn nog vele namen van stoffen die onvertaald gebleven zijn! - Ja, dat is waar; aan stoffen die zelve in de scheikunde nog vreemdelingen zijn, hebben wij hunnen vreemden name gelaten. Worden die stoffen later wat beter bekend, dan zal men haar eerst eenen gepasten name weten te geven; immers, een Vlaamsche name moet verstaanbaar zijn, en de weêrspegel van 't gene hij bediedt; maar, als de zake zelve nog niet gekend en is,.... Tot daar. Alles wat de mensch beraamt of bewerkt, is verbeterlijk; ook, alle wenschelijke verbeteringen zullen geern en gevoegzaam aan ons werk gedaan worden, zoohaast zij ons door bevoegden zullen aanbevolen worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||
Eerste hoofdstuk.Doode scheikunde. (Chimie inorganique.)Hier leert de scheikunde de levenlooze, ongelette lichamen (corps inorganiques) kennen: welke de enkele stoffen zijn; - hoe deze verbonden worden; - hoe van elkander gescheiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 424]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
De enkele stoffen. (Les corps simples.)De scheikundigen noemen alle enkele stoffen, delfstoffen, gesmijden (métaux), of gesmijdachtigen (métaloïdes).Ga naar voetnoot(1) Zij tellen nu 52 gesmijden, en 15 gesmijdachtigen; te zamen, 67 enkele stoffen; - hetzij deze inderdaad enkel zijn; hetzij men geen middel weet om ze verder te ontbinden. Wij gaan eerst al de enkele stoffen noemen slach bij slach, en ze dan wat naarder beschouwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||
§ 1. Benoeminge.Eerst de 15 gesmijdachtigen:
En nu de 52 gesmijden:
De 52 gesmijden worden in 5 vakken verdeeld, volgens hunne meerdere of mindere gadelijkheid (affinité) voor den zerpaart, - volgens den invloed der hitte op hunne verzerpingen (oxydations), - en volgens de macht die zij hebben om water te ontbinden meer of min warm. | |||||||||||||||||||||||||||||||
1e Vak.Gesmijden die verzerpen (s'oxydent) in alle stekken van warmte, - wier zerpen (oxydes) onafscheidbaar zijn door enkele warmte, - en die het water in alle warmte ontbinden: | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 425]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
2e Vak.Gesmijden die verzerpen in hooge warmte, - wier zerpen afscheidbaar zijn door enkele warmte, - en die het water ontbinden op 50 stekken.
En daarbij nog 8 vreemden:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
3e Vak.Gesmijden die verzerpen aan 500 stekken, - wier zerpen niet afgescheiden worden door enkel warmte, - en die 't water maar ontbinden boven 100. | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 426]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||
4e Vak.Gesmijden die verzerpen op 500 stekken, - wier zerpen niet ontbinden door warmte aleene, - en die waterdamp ontbinden op 500 stekken warmte. N.B. Bij zuren (acides) ontbinden deze gesmijden het water niet, omdat hunne zerpen doorgaans flauwe gronden zijn (des bases faibles); maar bij avezuren (alcalis), verscheide ontbinden het water, omdat zij met den zerpaart van 't water, krachtige zuren kunnen maken.
En nog 4 vreemden:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
5e Vak.Gesmijden die verzerpen op 500 stekken, - wier | |||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 427]
| |||||||||||||||||||||||||||||||
zerpen niet ontbinden door warmte, - en die het water maar in zeer hooge warmte ontbinden, en dan nog weinig genoeg: men mag er zuren (acides) of avezuren (alcalis) bij doen of niet, 't is al verloren:
| |||||||||||||||||||||||||||||||
6e Vak.Gesmijden die maar in zeer hooge warmte verzerpen, - wier zerpen door warmte ontbonden worden, - en die het water in hoegenaamd geene omstandigheid en ontbinden:
En daarbij nog 5 vreemdelingen:
|
|