De bekeeringe Pauli
(1953)–Anoniem De bekeeringe Pauli– Auteursrecht onbekendFORTSICH LABEUR
Wacharmen, wacharmen!Ga naar voetnoot673.
YPOCRIJTICH HERTTE
Wij meugen wel crijten !
FORTSICH LABEUR
Och Ypocrytich. Hertte, noyt vremder orbooren!Ga naar voetnoot674.
YPOCRYTICH HERTTE
675[regelnummer]
By Lusifers dermen!Ga naar voetnoot675.
| |
[pagina 88]
| |
FORTSICH LABEUR
Het mach ons wel spijten!
YPOCRIJTICH HERTTE
Wach armen, wacharmen!
FORTISCH LABEUR
Wij meugen wel crijten!
YPOCRIJTICH HERTTE
Dus ten baet geen kermenGa naar voetnoot677.
FORTSICH LABEUR
noch handen smijten,
Want alle ons profijten // gaen nu verloren.Ga naar voetnoot678.
YPOCRIJTICH HERTTE
Wach armen, wacharmen!
FORTSICH LABEUR
Wij meugen wel crijten!
680[regelnummer]
Och Ypocrytich Hertte, noyt droeuer oorbooren!
YPOCRIJTICH HERTTE
Meerder confuijs en: quam ons noyt te voren!Ga naar voetnoot681.
Deur dit aenhooren // therte verturbeert // is.Ga naar voetnoot682.
FORTSICH LABEUR
Ia, want ons fraudich voorstel nu heel verneert // isGa naar voetnoot683.
Deur den valschen Saulum, dies vallen wy clachtich.Ga naar voetnoot684.
| |
[pagina 89]
| |
FORTSICH LABEUR
Dat ommers waerachtich,
Maer hij is te machtich // die bouen geseten is.Ga naar voetnoot686.
YPOCRIJTICH HERTTE
Hoe wel sijn woort en sijn leering vergeten isGa naar voetnoot687.
En bij naer verbeten is // deur ons versierde aduijsen,Ga naar voetnoot688.
Ick duchte dat dear Saulum weder op sal rijsenGa naar voetnoot689.
690[regelnummer]
Als hij tvolck gaet onderwijsen // - hier moettijt iuyst //Ga naar voetnoot690.
[hebben -
Dat ons ouersten Iesum onuerdint gecruijst // hebbenGa naar voetnoot691.
Daer wij tvier stoockten buijten en binnen.Ga naar voetnoot692.
FORTSICH LABEUR
Och, ick en weet wat maecken!Ga naar voetnoot693.
YPOCRIJTICH HERTTE
Ick en weet wat beginnen!
FORTSICH LABEUR
Och, ick en weet wat maecken!
YPOCRIJTICH HERTTE
Ick en weet wat beginnen!
FORTSICH LABEUR
Noyt wonderlycker sakenGa naar voetnoot694.
YPOCRIJTICH HERTTE
en mochtmen bekinnen!
695[regelnummer]
Ick verliese mijn sinnen // slachtende den desperaten.Ga naar voetnoot695.
| |
[pagina 90]
| |
FORTSICH LABEUR
Waer sullense nu blijuen, onse potestaten
Ende prelaten // met alle haer valsche instellen ?Ga naar voetnoot697.
YPOCRIJTICH HERTTE
Ia, want Saulus sal haer bedroch gaen mellenGa naar voetnoot698.
En vertellen // haer gierige malitien,Ga naar voetnoot699.
700[regelnummer]
Want hij weet toch alle haer conditien;Ga naar voetnoot700.
Dus sal wt hem noch een nieu erch groeijen.Ga naar voetnoot701.
FORTSICH LABEUR
Hoe sullense rasen!Ga naar voetnoot702.
YPOCRIJTICH HERTTE
Hoe sullense verwoeyen,
FORTSICH LABEUR
Van quaetheyt opgeblasen,Ga naar voetnoot703.
YPOCRIJTICH HERTTE
en in boosheyt gloeijen,
Vreesende dat haer macht sal tonder en cleen blijuen.Ga naar voetnoot704.
FORTSICH LABEUR
705[regelnummer]
Wij moeten altemet oock noch int gemeen // kijuen,Ga naar voetnoot705.
Hij en sal niet alleen drijuen // ons stoutte wercken.Ga naar voetnoot706.
YPOCRIJTICH HERTTE
Ia, wat sullen wij doen?
| |
[pagina 91]
| |
FORTSICH LABEUR
Gaen wij by ons geleerde clercken
En haer verstercken met alle haer bullen,Ga naar voetnoot708.
Hoe dat sy Saulum veruolgen sullen.Ga naar voetnoot709.
710[regelnummer]
Dus moeten wij haer verdullen // ionck en out.Ga naar voetnoot710.
YPOCRIJTICH HERTTE
Daer sal ick toehelpen als een stoker stout.Ga naar voetnoot711.
Maer wie sout hebben betrout // desen Saulum van Tharssen!
FORTSICH LABEUR
Geen meerder veruolger tusschen dit en PerssenGa naar voetnoot713.
En salder nu wesen, dus moetmen hem naspooren.
YPOCRIJTICH HERTTE
715[regelnummer]
Ons geleerde hebbender veel aen verloren.
Twaer noijt dat sy raet schoren // om sijn vercloeckenGa naar voetnoot716,
En datmen hem allomme dede soecken,
Tsy in wat hoecken // diemen nu mach vinden.
FORTSICH LABEUR
Ia, en men sal de poorten aen alle eijndenGa naar voetnoot719.
720[regelnummer]
Doen bewaren, soo machmen aen dexploot // raken.Ga naar voetnoot720.
YPOCRIJTICH HERTTE
Ia, want hij weet
| |
[pagina 92]
| |
FORTSICH LABEUR
alle haerlieder nootsaken!Ga naar voetnoot721.
Dus moet by de doot smaken eer iet lanck.Ga naar voetnoot722.
YPOCRIJTICH HERTTE
Ia, eer hy singt den seluen sanck
Daer Iesus me dwanck ons hooge vassalen,Ga naar voetnoot724.
725[regelnummer]
Als dat sy met haere leeringe tvolck doen dwalen,Ga naar voetnoot725.
En deur sulcke talen // sou tgroot profijt minderen.
FORTSICH LABEUR
Al souwent beschreyen wyfs en kinderen,Ga naar voetnoot727.
Wij moeten stoppen alsulcke conduijten.Ga naar voetnoot728.
YPOCRIJTICH HERTTE
Nu gaen wy, gaen wy, men sal den raet sluijten.Ga naar voetnoot729.
730[regelnummer]
Om Saulum te muijten // sullen wy haer verstijuen.Ga naar voetnoot730.
FORTSICH LABEUR
Help! Wat sou by al wonders int leste bedrijuen,
Lieten wij hem dus blijuen // sonder apprehenderen!Ga naar voetnoot732.
YPOCRIJTICH HERTTE
Nu gaen wy, gaen wyGa naar voetnoot733.
| |
[pagina 93]
| |
YPOCRIJTICH HERTTE
735[regelnummer]
Inuisibel moeten wij hun gaen informeren,
Dus cosijntien, gaen wij.
FORTSICH LABEUR
Wel sonder cesseren.
YPOCRIJTICH HERTTE
Wij sullent noch wel, hoop ick, ordonnerenGa naar voetnoot737.
Dat Saulus sal haest crijgen sijn sententie!Ga naar voetnoot738.
Nu gaen wy, gaenwij,
FORTSICH LABEUR
wel sonder cesseren
740[regelnummer]
Ons geestelijcke visiteren // soet van eloquentie,
Die dagelyck leuen in groote abstinentie.Ga naar voetnoot741.
|
|