Intusschen spreekt het vanzelf, dat, evenals in iedere partij of organisatie, de besturen advies en leiding zullen geven. Daarvoor zijn zij vertrouwenscolleges. En de ondervinding leert, dat de leden eener vereeniging die leiding wenschen. Het is trouwens de natuurlijkste zaak ter wereld.
Aangezien de kieskringen slechts administratieve indeelingen van het kiezersvolk vormen, ligt het voor de hand, dat ook zij, bij monde van hun besturen, overleg zullen plegen.
Mogen wij in 1918 tegen één gevaar gevrijwaard blijven, dat is de funeste invloed van politieke avonturiers. Mogen wij niet beleven, dat onder het mom der democratie of van groepsbelangen de zelfzucht wordt gediend. Het is gemakkelijk met democratische frases een vergadering te bewerken, met de bedoeling allereerst de aandacht op zichzelf te vestigen. Het democratische ligt dan hierin, dat men, zonder het te zeggen, aan de goè-gemeente den wil oplegt, om zelf eerst gekozen te worden. Gewoonlijk helpen de in-het-woorddemocraten de ware democratie niet veel verder.
Gelukkig, dat in ons land de katholieke politiek tot heden vrij is gebleven van deze ten verderve voerende verschijnselen. Ons kiezersvolk heeft ook, naar men gerustelijk mag aannemen, te gezonde begrippen, om van den goeden weg af te wijken. Het zal uit alle rangen, klassen en standen de besten trachten te kiezen, en niet hen, die zichzelf het best achten.
Arnhem, 24 Juli 1917.
J.R.H. van Schaik