Geen wonder, dat wij, ná de allerwegen toestroomende recensies van eenzelfde gunstig allooi, waar het beste deel der vrijzinnige tooneel-kritiek zijn loftuiting mengde met alle de recensenten onzer katholieke bladen zonder uitzondering, in alle bescheidenheid meenden met onze tooneelkunst op den goeden weg te zijn! Te meer, toen wij deze meening dag aan dag zagen bevestigd door de opgetogenheid van welhaast twintig duizend toeschouwers.
Jammer blijft het, dat de heer Frank Luns niet tot het getal dier toeschouwers behoorde. Maar het is toch niet onze schuld, dat geen der alle zonder uitzondering genoodigde Redacties onzer Roomsche dagbladen en tijdschriften op hem hare keuze liet vallen, toen de recensenten werden uitgezonden naar het verre Zuiden. Jammer tevens, dat het oordeel van den heer Frank Luns ná dit onwillekeurig verzuim onzerzijds, niet meer zóó onbevangen schijnt als in het waarachtig belang der Katholieke tooneelkunst wenschelijk mocht worden geacht. Hoe anders zijn ‘uiterste krachtinspanning’ te verklaren tot verhindering van een ‘heilloos bedrijf’, terwijl toch van alle factoren, die de waarde van een openluchtspel bepalen (zooals tooneelstuk, dictie en actie, régie, décoratie en milieu der vertolking) alléén de namen en personen van enkele der medespelende artisten den criticusbijvoorbaat bekend konden zijn?
Wij vertrouwen dan ook stellig, dat de heer Frank Luns bij zijn aanstaand zomerbezoek aan het Valkenburgsche Openlucht-theater (waar ik hem reeds een hartelijk ‘welkom’ toeroep) aldra tot de geruststellende erkenning zal komen dat de tooneelkunst in het Roomsche Zuiden niet aan zoodanig smaakbederf is blootgesteld, als waartegen hij in zijn overmaat van kritischen zin meende te moeten waarschuwen. Wanneer hij op den feestdag der H. Apostelen Petrus en Paulus, de ‘première’ komt bijwonen van Vondel's Bekeerings-stuk ‘Peter en Pauwels’, (waarin de Roomsche rollen alle door katholieke beroeps-artisten worden vertolkt) dan zal hij bij deze eerste opvoering van het welhaast driehonderdjarig meesterwerk allicht tot verbeterd inzicht komen.
Mr. L.H.J. Smits