welke als regel de tegenwoordige functionarissen plegen op te leveren; beperking van de uiterlijke praal en gewichtigdoenerij, waarin zich aan sommige hoven de gezantenkaste pleegt te hullen, en van de vormendiensten, waarmede zij een deel van hun tijd moeten zoekbrengen.
De inleider van dit onderwerp in de Kamer, de heer Van Leeuwen, zag zijn voorstel, strekkende tot het sturen van een adres aan de Koningin ter bereiking van een grooter aandeel van de Kamer in het bestuur der buitenlandsche betrekkingen met een niet groote meerderheid aangenomen. En toch had het om zijn ideëel en daarenboven gematigd karakter beter verdiend.
Aangenomen is ook het initiatiefvoorstel van de voorzitters der linksche Kamerfracties, om de bij art. 26 der Lageronderwijswet bedoelde salarisminima der onderwijzers met f 100.- te verhoogen. Een fraai product van wetgevenden arbeid is dit ontwerp zeker niet. Immers het scheert alle onderwijzers, zoowel de goed- als de slechtbezoldigden, over één kam, zonder rekening te houden met plaats van vestiging en gezinsbehoeften, daarenboven levert het hoegenaamd geen waarborgen op, dat nu ook de gemeente- en schoolbesturen de onderwijzerssalarissen waar noodig met f 100.- zullen verhoogen. Dit laatste is van te meer beteekenis, omdat zonder die verhooging het wetsontwerp niets anders beteekent dan dat de kassen der gemeente- en schoolbesturen voor f 100.- per onderwijzer zullen worden ontlast. Zoo zijn er nog andere min of meer gewichtige bedenkingen aan te voeren. Toch zouden wellicht ook vertegenwoordigers der rechtsche partijen tot indiening van dit of een beter voorstel zijn overgegaan, ware het niet, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken bij voorbaat uitdrukkelijk had verklaard, dat 's Lands financiën de totstandkoming der voorgestelde regeling, waarmede ruim drie millioen jaarlijks zijn gemoeid, niet toelieten. Zoodat daaruit mocht worden geconcludeerd, dat deze bewindsman de Koningin zou adviseeren, het wetsontwerp,