Verscheidenheden
De schilder van de Spaansche kapel-fresko's te Florence -
In mijn studie over deze bekende XIVde Eeuwsche schilderingen (Van onzen Tijd 1912) moest ik me bij de lastige kwestie van 't auteurschap aansluiten bij de voorloopige uitkomst der kritiek, die 't heele werk toeschreef aan Andrea di Firenze, en niet, zooals van Vasari tot lang na hem was gedaan, aan Simone Martini en Taddeo Gaddi. De definitieve oplossing heette bij de meest bevoegden hopeloos, zoowel om de versmelting der werkmethoden, in de kapel gevolgd, als om 't ontbreken van ophelderende authentieke dokumenten.
De Italiaansche Dominikaan p. Innocenzo Taurisano heeft onlangs door een gelukkige vondst in de archieven van Santa Maria Novella allen twijfel opgeheven. Hij ontdekte de kopie van een onderhandsche akte, den 30 December 1365 opgemaakt door Fra Zenobi de Guasconi, prior van 't Florentijnsche klooster, waarin aan Andrea di Bonaiuto en zijn vrouw een woning naast 't konvent wordt afgestaan als loon voor de beschildering van de kapittelzaal (die later ‘Spaansche Kapel’ genoemd werd), welke beschildering twee jaar na dato voltooid moest zijn.
Op de echtheid van 't gevonden stuk valt niets af te dingen en bovendien komen de gegevens daarvan volkomen met de bekende feiten overeen. Pater Taurisano konstateert, dat nu drie betwijfelde feiten voor goed vaststaan: 1o de naam van den schilder der fresko's; 2o het tijdstip van hun uitvoering; 3o de hand van één kunstenaar.
Verder toont de schrijver aan, dat Andrea di Bonaiuto dezelfde is als Andrea di Firenze, aan wien de geschilderde legende van San Ranieri in 't Campo Santo te Pisa wordt toegeschreven en brengt helderheid in 't vaag bekende leven van den valentissimo e misterioso artista. De mengeling van stijlen, die we in de fresko's der Spaansche Kapel waarnemen, wordt aannemelijk verklaard door Andrea's eklekticisme, dat zoowel met 't werk van Giotto en Lorenzetti als van Orcagna en Traini z'n voordeel deed.
De inspiratie van den schilder door Fra Jacopo Passavanti (die in 1357 stierf) laat p. Taurisano intakt door te wijzen op 't feit, dat prior Zenobi de Guasconi een leerling en geestverwant van Passavanti was, die er dus over gewaakt moet hebben, dat de schilderingen, aan Passavanti toegezegd, geheel volgens den geest van den beroemden schrijver van den Specchio della Vera Penitenza werden uitgevoerd.
In een volgend no. van de Memorie Domenicane van Florence, waarin de belangwekkende meedeelingen van p. Taurisano te