Verklaring van enkele technische termen
Abbreviatuur, afkortingsteken bijvoorbeeld e{n} voor ende, sondē voor sonden, d' voor daer en v'vroyen voor vervroyen.
Autograaf, een door de auteur geschreven handschrift.
Codex, een met de hand geschreven boek.
Codicologie, de wetenschap van het geschreven boek.
Conjectuur, een wijziging in een tekst op grond van een gissing, hetzij omdat een gedeelte niet goed leesbaar is, hetzij omdat men meent een betere, oorspronkelijke, lezing te kunnen herstellen.
Emendatie, de verbetering van een fout in de tekst. Vaak is het verschil tussen een conjectuur en een emendatie niet scherp, en wat een editeur een emendatie leek, blijkt vaak achteraf een conjectuur te zijn geweest.
Initiaal, een versierde letter, groter dan een lombarde, aan het begin van een tekst of een hoofdstuk drie regels of meer hoog. Een gehistorieerde initiaal is versierd met een miniatuur, een voorstelling, een ‘historie’ in de letter.
Interpolatie, een deel van de tekst dat niet oorspronkelijk is, en niet door de auteur ingevoegd.
Kopiist, de man die de codex met de hand geschreven heeft naar een voorbeeld dat hem daartoe ter beschikking stond. Soms werkten verscheidene kopiisten aan eenzelfde codex.
Legger, het voorbeeld van de kopiist.
Ligatuur, een verbinding van enkele letters.
Lombarde, een hoofdletter die zich onderscheidt van de normale hoofdletters doordat zij groter is, nl. meestal over twee regels, en gekleurd, maar zij is kleiner dan een initiaal. Met een lombarde kan een nieuw onderdeel in het verhaal aangegeven worden.
Redactie, wanneer een tekst wordt afgeschreven of afgedrukt met varianten waardoor hij dus afwijkt van de vorige vorm, spreekt men van een