Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes(1795)–Anoniem Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De Bataafsche bruid, aan haren teruggekomen minnaar. Wijs: Wanneer de zon in 't morgenrood. Zijt welkom, dappre Vrijheidszoon, Bekranst met Eerlauwrieren, Uw deugd en trouw verdient dien loon. Laat ik uw schedel sieren, O Bruigom! dat mijn maagde hand, Deeze eerkrans op uw' hairen plant, Zie uw getrouwe blaken, O Hartvriend van de reinste min, Kom, wil in de arm van uw vriendin, Nu duizend zoetheên smaaken. [pagina 17] [p. 17] Wij zwoeren aan elkander trouw, Toen gij van hier moest vlugten, En 't wraakvuur van een trotsche vrouw, Een dwinglandes moest duchten. Men kon u scheuren van mijn zij, Op last der wreedste heerschappij, Doch nimmer uit dit harte! De hoop op Hem, die 't vrij gemoed Nooit vrugtloos tot hem smeeken doet, Was al mijn troost in smarte. Wat heil! ik zie u weêrgekeerd, Daar uw verdervers vlieden; De magt, die u heeft overheerd, Zal nu niet meer gebieden. Zij vlood voor uwe heldenvuist, Die heeft de dwinglandij vergruist; Met hulp der dappre Gallen, En deed, tot heil van leeuwendaal, Door uw gewette heldenstaal, Uw onderdrukkers vallen. [pagina 18] [p. 18] Tragt naar geen wraak, de ware held Is groot, ook in 't vergeven; Daar hij zijn roem in 't weldoen steld, Zoo slegts zijn haters beven, Is door zijn krijgseer ruim voldaan; Me'lijdend' kan hij de oogen slaan Op hun, die voor hem bukken; Menschlievend, durft hij zelf de hand, Van hem, die hij heeft overmand, Ten blijk' van vriendschap, drukken. Koom, Echtvriend! smaaken wij nu 't zoet Der Vrijheid, die wij eeren. Smelt nu in kuische liefdegloed; Voldoe uw minbegeeren. De reine trouw en malsche min, Leide ons nu Juno's tempel in, Ter eere van de Vrijheid; Zoo leven wij, in 't Echtverbond, Op 't heil van 't Vaderland gegrond, In nooit gestoorde blijheid. Vorige Volgende