Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes(1795)–Anoniem Bataafsche liederen, voor vaderlandsche jongelingen en meisjes– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] De jonge Bataaf, aan de vaderlandsche meisjes. Wijs: Hoe zoet is 't daar de vriendschap woond. O Meisjes,! bij het bliksemvuur Van 't donderend metaal, Daar 't sulver braakte, en op den duur, Bij 't schittren van het staal, En held bij held, vast voet voor voet, Moest trapplen in het gonzend bloed, Sloeg nog ons hart voor U! Het Vaderland spoorde onzen vlijt En heldenijver aan; Maar U, U was ons hart gewijd! Hoe meer de legervaan Per Gallen, naderde aan ons Land, Hoe sterker voelden wij den band, Die ons aan U verbind, [pagina 14] [p. 14] Triumf! nu mogen we onbelet, O Schoonen! aan uw zij, Niet op den klank der krijgstrompet, Maar op de melodij Van uwe lieve orgelkeel, Bij 't zielberoovrend mingestreel, U teedre hulde biên! Hoe heerlijk is thans onzen loon, Nu gij met eigen hand, Ons siert met eenen lauwerkroon; Daar onzen boezem brand Van Vaderlandsch en liefdevuur, En onze vrijgevogten muur, Met U, ons heil bevat. De kusjes van uw' malschen mond Vergoeden al 't verdriet, Dat men, als banneling, ondervond, Toen heerschzucht ons verliet. De Fransche meisjes zijn wel goed, Doch 't waar Bataafsche burgerbloed, Bleef aan U toegewijd. [pagina 15] [p. 15] Nooit, nooit verlaaten we uwe zij; Neen, lieve meisjes, neen, Dan, als de snoode dwinglandij, Bestond, gelijk voorheen, Ons anderwerf het hoosd te biên, Dan zouden we uit uw armen vliên, En tarten vuur en staal. Beef, lafaart! zoo 't u nogmaal lust, Te dingen naar 't gezag, Gij zijt reeds door 't gevoel bewust, Wat Vrijheidsstaal vermag. Waag dan, o slaaf! een tweeden kans, Wij leerden strijden op zijn Fransch, De Gal verscheen en won. Eer sterven wij barbaren, ja! Eer onzen vrijen voet, Een' stap weêr van den erfgrond ga, Gekogt door heldenbloed; Dan strijd met ons de Maagdenrij, Dus, dienaars van de dwinglandij, Genaakt ons erf niet meer. Vorige Volgende