Koloniale raad
Verslag van de Koloniale Raad over het ontwerp van decreet tot goedkeuring van de kosteloze afstand door het Bijzonder Comité van Katanga aan het Buitengewoonterechtelijk centrum van Elisabethstad van vijf stukken grond, groot gezamenlijk 733 ha. 60 a. 30 ca. 20 dm2.
......
Een raadsheer spreekt zijn ongenoegen uit over het feit dat de overeenkomst die ter goedkeuring wordt voorgelegd enkel en alléén in de Franse taal is opgesteld, alswanneer deze overeenkomst aangegaan werd door twee openbare lichamen; nl. het Bijzonder Comité van Katanga, concederende macht in naam en plaats van de Kolonie, en een buitengewoonterechtelijk centrum vertegenwoordigd door de besturende ambtenaar ervan. Hij brengt in herinnering dat, tijdens de zitting van 26 februari 1954 en bij gelegenheid van een gelijkaardig geval, de Minister van Koloniën beslist heeft dat de twee nationale talen in dergelijke zaken op gelijke voet moeten gebruikt worden; en dat hij onderrichtingen uitgevaardigd heeft om in de toekomst deze gelijkheid te zien toepassen. Hij besluit met het verzoek het ontwerp van decreet te laten terugtrekken totdat zal voldaan zijn aan de gestelde eis.
De Minister-Voorzitter deelt het uitgebrachte ongenoegen. En daar waar een vertegenwoordiger van het Bestuur voorstelt het ontwerp voorwaardelijk goed te keuren, wordt dit afgewezen om de beslistheid te vertolken de bestaande onderrichtingen en de billijkheid te zien eerbiedigen. Het is immers hoog tijd dat artikel 3 van de Koloniale Keure eindelijk moge in toepassing geraken. De onderrichtingen ter zake zullen bevestigd worden en de Gouverneur-Generaal zal verzocht worden deze ter kennis te brengen van het Bijzonder Comité van Katanga. Sommige leden van de Raad betwisten echter dat het B.C.K. een publiekrechtelijk organisme zou zijn en dat het derhalve ook niet kan gedwongen worden zijn overeenkomsten in beide nationale talen op te stellen.
......
Ambtelijk Blad nr 15,
1 augustus 1956, blz. 652.