[Nummer 10]
[Voorwoord]
NA ons bijzonder Decembernummer van vorig jaar, gewijd aan het exotisme, en ons speciaal Dierennummer dat in Maart 11. van de pers kwam, hebben we het genoegen onze lezers thans een aflevering aan te bieden waarin uitsluitend onderwerpen in verband met de scheepvaart worden behandeld.
Dank zij de enthousiaste medewerking van een schare degelijk onderlegde specialisten, en van enkele vooraanstaande letterkundigen en critici, kon dit nummer uitgroeien tot een hymne aan onze nationale scheepvaart, bron van rijkdom en welvaart, met haar roemrijk en vaak ook tragisch verleden; tot een verheerlijking van de letterkundigen die ze bezongen in hun gedichten of er de stof in vonden voor hun romans; tot een hulde aan onze schilders die zo vaak geïnspireerd werden door de poëzie van onze rivieren, stromen en vaarten, door de wijdsheid en de oerkracht van de Noordzee of door de stemmige atmosfeer van onze havens en dokken, van vlonders, bruggen en veren; tot een hymne tenslotte aan de binnenscheepvaart in Belgisch Afrika, zonder dewelke onze Kongo nooit tot die welvaart en ontwikkeling zou gekomen zijn waar we allen, en terecht, zo trots op gaan.
Onze welgemeende dank aan allen die aan dit nummer hebben medegewerkt, alsmede aan de C.M.B. en de voornaamste koloniale vervoermaatschappijen die door hun financiële steun er het hunne hebben toe bijgedragen om deze uitgave te verwezenlijken.
BAND.