Band. Jaargang 13
(1954)– [tijdschrift] Band– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |
Francine Tytgat-SomersZó schilderden, behoedzaam met omzichtige penseeltoets en eenheid voor de smijdige materie, onze impressionnisten van de jaren tachtig, die beslist niet op hun tijd vooruit liepen. Men zal dus Francine Tytgat-Somers geen modernisme aanmeten. Maar welke zoete herinneringen! Uit het verre binnenland komt ons in de nuchtere hoofdstad 'n geur toewaaien als van tijm en lavendel uit verschaald-blauwe en oudroze jurken in grootmoeders lang gesloten klerenkoffer. Het is 'n verrassend verschijnen hier in de tropen, deze degelijke handwerkkunst en deze subtiele gevoeligheid voor de zintuigelijke wereld in onze tijd van koele intellectuele constructie, en een aangename verpozing daarenboven. Want dit is zeer deugdelijk werk van een volleerd ambachtsman, die bijwijlen het meesterschap benadert. Doch niet alleen technisch is dit werk van kwaliteit. Aan een sensueel aanvoelen van kleur en materie paart de schilder een ragfijne sensibiliteit die zich nu eens uit in de delicate atmosfeer van een Lathems landschap, dan weer in de tere poëzie geweven rond een meisjesfiguur vóór een toilettafel. Het technische kunnnen van de goede oude school bouwt hier samen met een impressionnistische uitdrukking van de realiteit, bekoorlijke anachronismen op. Nieuw is dit alles natuurlijk niet, maar niet ieder kan een baanbreker zijn en wat ons betreft is een degelijk en eerlijk laatkomer ons liever dan een zich aanstellend nieuwlichter die de klok heeft horen luiden maar niet weet waar de klepel hangt. De artiste blijkt trouwens in werk van jongeren datum andere en nieuwere paden te willen bewandelen: binnenwegen allicht die leiden naar frisse en kleurige, soms gewild naïeve beelden van het kongolees leven in vlak uitgestreken vlekken en sommair behandelde kleuren. Waar is eensklaps die kundige toets, die verstandige kleurenharmonie, dit subtiel aanvoelen, waar de tijm en de lavendel? Dit is een breuk met het verleden die kwade gevolgen heeft. Hopelijk haalt de zeer degelijke scholing van de artiste weldra weer de bovenhand, ook in deze nieuwere werkwijze.
Erasmus | |
[pagina 285]
| |
Nieuwe Boeken voor de JeugdNu de grote vakantie weldra voor de deur staat wordt het stilaan tijd om weer een paar bladzijden te wijden aan enkele jeugdboeken welke in de loop der jongste maanden zijn verschenen. En dan is daar weer de Uitgeverij N.V. Standaard Boekhandel met enkele nieuwe albums in de reeksen ‘De Avonturen van Suske en Wiske’ en ‘De Familie Snoek’. Wie in een van onze koloniale dagbladen het tekenverhaal ‘Le Castel de Cognedur’ gevolgd heeft weet meteen wat hij heeft aan ‘De Knokkersburcht’Ga naar voetnoot(1). Ja, de tekenpen van Willy Vandersteen, en de Standaardpersen waren de jongste tijd weer zeer vruchtbaar! Zij brachten ons ook nog ‘De Schat van Beersel’Ga naar voetnoot(2). Zeggen we maar dadelijk dat Willy Vandersteen voor dit laatste album ook kwistig is omgesprongen met penseel en verfpot. Het lijdt geen twijfel dat dit volledig in kleuren uitgegeven deeltje niet minder welkom zal zijn bij onze kleuters dan zijn meer sober uitgegeven broertjes. Integendeel! Werd de reeks ‘De Avonturen van Suske en Wiske’ aldus aangevuld met twee prettige albums, ook ‘De Familie Snoek’ werd met een nieuwe aanwinst verrijkt: ‘Snoek heeft Ambras’Ga naar voetnoot(3). Onnodig te zeggen dat groot en klein weer enkele uurtjes genoegen zullen beleven aan deze drie prettige boekjes. In ons Februarinummer (blz. 64 en vlgd.) bespraken we uitvoerig de reeks ‘Historische Verhalen’ welke door het Antwerpse Uitgeversbedrijf ‘De Sikkel’ wordt uitgegeven. We melden onze lezers met genoegen dat twee nieuwe deeltjes van de pers kwamen: ‘De Gulden Passer’ door Hubert Hermans en ‘Matamatam, de Strijd tegen de Slavenhandel’ door Lo VermeulenGa naar voetnoot(4). Het eerste werkje handelt over de drukkerij Plantin te Antwerpen, een der prachtigste technische verwezenlijkingen van de 16de eeuw, terwijl het tweede boekje gewijd is aan de strijd tegen de slavenhandel in Belgisch Afrika. Wat dit laatste werkje betreft kunnen we het slechts jammer vinden dat schrijver geen rekening gehouden heeft met de officiële schrijfwijze der Kongolese plaats- en eigennamen. Laat ons hopen dat deze fout bij een volgende uitgave zal worden hersteld. Anders, niets dan lof voor deze beide boekjes! In onze zoëven geciteerde rubriek bespraken we destijds ook de leesmethode ‘Binnen en Buiten’ door Fons Van Hoof en Frans Breugelmans. Thans verscheen ‘Nalopertje 1’Ga naar voetnoot(5) een bijboekje voor het eerste leerjaar waaraan onze beginnelingen ook tijdens hun vacantie heel wat pret zullen beleven en zodoende in de gelegenheid gesteld worden het aangename aan het nuttige te paren. | |
[pagina 286]
| |
Deze rubriek zou niet volledig zijn zonder enkele nieuwe uitgaven te vermelden van de uitgeverij Desclée De Brouwer te Brugge, die reeds sedert jaren gespecialiseerd is in kinder- en jeugdboeken. In de eerste plaats verraste deze uitgeverij ons aangenaam met ‘De Huif, zwammetje Acrobaat’Ga naar voetnoot(6) zijnde nummer één in de nieuwe reeks ‘De Avonturen van Zwammetje’. Onze kleuters van 7 tot 10 jaar zullen aan deze avonturen ongetwijfeld heel wat pret beleven. Zwammetje is een zevenjarige sloeber wiens belevenissen inderdaad verre van alledaags zijn. Een zestiental prachtig geslaagde kunstfotos illustreren dit album. Wie zich te groot zou wanen om zich door de sprookjesachtige belevenissen van Zwammetje te laten meeslepen vindt zijn gading wel in een andere uitgave van Desclée: ‘De oude Man en de Zee’Ga naar voetnoot(7) door Ernest Hemingway, voor de jeugd naverteld door Albe en op zeer originele wijze geïllustreed door Michel Olyff. Een boekje om van te snoepen; zowel inhoud, stijl als typografische verzorging zijn prima! Reeds meermaals hadden we de gelegenheid te wijzen op de reeks ‘Troubadour’ bedoeld voor jongens van 12 tot 16 jaar, en op haar franstalige tegenhanger, de serie ‘Belle Humeur’Ga naar voetnoot(8). Juist tijdens de verlofperiode moeten we er de hand aan houden dat onze Vlaamse kinderen hun Frans onderhouden en bijwerken. De ‘Belle Humeur’-boekjes bieden hiertoe een welkome gelegenheid. Te meer daar enkele dezer werkjes zowel in 't Nederlands als in 't Frans bestaan en vergelijkende lectuur dus mogelijk wordt. Zo is het jeugdboek ‘Vijf Jongens in een Grot’ van de Troubadour-reeks, dat we reeds in ons Februarinummer bespraken, thans ook in de ‘Belle Humeur’ reeks verschenen, onder de titel ‘Cinq garçons dans une grotte’. Andere nieuwe boeken in deze reeks zijn ‘Un poulet pour Noël’ (geschreven door Jo Hatcher, een 14-jarige!) waarin we de spannende strijd meemaken van twee twaalfjarige snaken tegen een mysterieuse vos die de kippenhokken van een klein Engels stadje teistert; ‘L'avion perdu’ waarin we de heldhaftige strijd volgen van een jonge man tegen het te neerdrukkend milieu, waarin hij verplicht is te leven; ‘Le crapaud volant’ of de roman van drie jeugdige en gepassionneerde vliegtuigbouwers, waarin de techniek van het vliegwezen op zeer eenvoudige en bevattelijke wijze wordt uiteengezet; ‘La foret flambe’ waarin zes Parijse weesjongens, die op de buiten vertoeven, de verschrikkingen van een bosbrand meemaken en zich zo verdienstelijk weten te maken dat groter onheil kan vermeden worden; en tenslotte ‘Camp Z.’ een aaneenschakeling van bijna onmogelijke maar toch adembenemende avonturen die twee jonge snaken beleven en waardoor ze in de gelegenheid worden gesteld om professor Broz en zijn zoon Michaël, die in Kamp Z gevangen gehouden worden, te bevrijden. De uitgeverijen bezorgden ons in dit voorjaar 1954 jeugdboeken naar ieders gading. Aan onze ouders nu hieruit een goede keuze te doen.
Kindervriend |
|