gezond geestelijk voedsel te brengen terwijl would-be artisten in ruimte, lucht en licht baden om karikaturen van kunst voort te brengen waarmee ze het hedendaags snob-publiek overrompelen.
Op een Zaterdagnamiddag om kwart over twee stond De Maegt voor zijn kuip klei; om vijf uur stond ik voor zijn Don Bosco...
Intussen zat ik sprakeloos op het voeteneinde van het bed, mijn ogen volle kost gevend. Voor mij lag een boek met de levensbeschrijving van Don Bosco, de band versierd met een der laatste photo's van de grote heilige. Van tijd tot tijd wierp ik een blik op deze photo terwijl De Maegt haar doodweg negeerde.
Die stond over de kuip klei gebogen, mengelde, kneedde, rechtte zich, gooide een klomp klei op het schraagblok, duwde, hamerde met een houten hamer, duwde, gleed, wreef, haalde uit, zwikte bij, vlamde links, peuterde rechts, sloeg langs onder, draaide klei in wilde haarbos... drie uren aan één stuk, zonder spreken, nu en dan slechts bij een kneedgreep en handdraai luidop denkend... of was het spreken met ‘zijn’ Don Bosco? Ja, dàt was het want plots zong het in de stem van De Maegt:
Zo zie ik u, Don Bosco, de pionier van de eeuwige jeugd, met een arendsblik die de toekomst doorboort, de tijden afwegend die hard en strijdvol zullen zijn doch waarvan gij alle rijzende moeilijkheden in het niet duwt met uw vooruitstekende wilskrachtige kin, niet een kin gehaakt aan opeengeperste tanden die medogenloze koppigheid verraden, doch met de doordrijvende verbetenheid van de dienaar Gods, dus, de drager van een liefdeboodschap die geen haat kent dan deze voor de zonde doch met een oneindige liefde voor de zondaars, voor ouders die hun plichten of verzuimen door armoe, of verzuipen in drank, genotzucht en onverschilligheid... Zie de trek om zijn mond die een monkellach tovert over zijn strakke wezen; hij glimlacht, mijn Don Bosco omdat hij zich de dienaar weet van de Meester der toekomst, van de kindervriend, van Hem Die zei: ‘laat de kleinen tot mij komen’; hetgeen Don Bosco aanzette de jeugd, dus de toekomst voor Christus te winnen want mét de jeugd is de toekomst aan de moederkerk van Rome...
Hebt ge het leven van Don Bosco gelezen, Johan?
Nee, en ook niet nodig want ik heb zijn werk gezien en dàt ziende heb ik tot mezelf gezegd: Zo moet Don Bosco geweest zijn, zo en niet anders. zoniet hadde hij zulks niet tot stand kunnen brengen... Nu staat hij daar zoals ik hem zag, hem voelde terwijl ik hem daareven in gedachten mijn leven vertelde. Ik zag hem terwijl hij luisterend met zijn ogen mijn ziel doorploegde, met zijn monkellach het laatste ijs der geslotenheid in mij smelten deed en zo, zo heb ik hem geboetseerd, zonder een ogenblik vertwijfeling, zonder één stonde nadenken; ik heb slechts mijn handen gedwongen in en door de klei te vertolken hoe ik Don Bosco voelde, hoorde en zag. Wat denkt ge van die kop lijk hij daar staat? O, geef geen antwoord, ik vraag het u niet. Ik zal het evenmin aan andere kunstenaars vragen. Nooit heb ik hen bezocht, nooit rondgelopen in de maatschappij, bedelend om sympathie voor mijn werk... alhoewel...