van Joseph Kiwele, met muzikale begeleiding, welke ik dààr hoorde blijft mij een overgankelijke belevenis.
En de stenen dan! In een andere afdeling lagen de oudheidkundige vondsten van Desfossés.
Stenen van allerlei vorm en grootte, pijl en speerpunten en werktuigen uit vroeger tijden.
Desfossés zag er tekeningen, lijnen en hoeken in, die een profaan er moeilijk kon op vinden en hield er een heleboel theorieën op na waarmede niet iedereen instemde.
Men beschouwde hem als een fantast, maar heeft onze nuchtere en materialistische wereld niet meer aan enkele verbeeldingrijke dromers dan aan veel berekenende en nuchtere wezens zoals de meeste van ons zijn?
De stoutste en meest gewaagde theorieën zijn dikwijls het dichtst bij de werkelijkheid gebleken en zelfs, als al die veronderstellingen onecht zouden blijken toch brengen zij onze geest voor een tijdje in een onwezenlijke droomwereld en openen de wijdste perspectieven.
Geen wonder dat men duizelde als men bij Desfossés buiten kwam, na verwijld te hebben bij de voorhistorische blanken welke in Afrika zouden verbleven hebben in de verdwenen steden als Shimbabwe, of bij de karavanen die naar de goudmijnen van koning Salomon om edel metaal kwamen voor de tempel van Jerusalem!
Het raadsel en het geheim van Afrika met zijn onbekend verleden, waar eens misschien de wieg der mensheid stond, heeft mijn vriend Desfossés mij beter dan wie ook doen aanvoelen.
Met voldoening heb ik zijn lotsverbetering medegemaakt, gehoord en gelezen over tentoonstellingen te Antwerpen, Brussel, Parijs, Londen, Rome en in Amerika waar telkens meer belangstelling betoond werd voor de opvattingen en prestaties van zijn groep.
De eetzaal en de bar van het grootste hotel van Elisabethstad werden door zijn ‘school’ versierd, en in het restaurant van de Kongoboot ‘Charlesville’ vond ik ook een paar zeer decoratieve stukken van hun hand, waaruit ik mocht besluiten dat hij met zijn zwarte vrienden naam gemaakt had en de slechte tijden voor hen voorbij waren.
Desfossés kreeg een paar jaren geleden ook een deftiger woning ter beschikking gesteld, welke voor hem gehuurd werd door het Speciaal Comité van Katanga, het was het huis waarvan hij vroeger de boyerie betrok en een paar plaatsen werden ingericht als toonzaal.
Ik weet dat het een wens was van de Franse schilder dat alles wat hij verzameld had aan kunstwerken, zou bewaard blijven en ter beschikking worden gesteld van de inlandse bevolking als inspiratiebron voor hun kunstuitingen. Zijn dood mag geen onderbreking betekenen van zijn werk. Desfossés heeft altijd getracht de negerkunstenaars een eigen weg te laten vinden en vrij te laten experimenteren.
Het loont, geloof ik, de moeite verder te zoeken op deze weg en de oorspronkelijkheid van de Afrikaanse mens, vooral in zijn kunstmanifestaties te vrijwaren.
Ernie Pyler.