sfeervolle kleuraanwending, de opstelling van zijn ruimtelijk gehouden bladvulling, als het ware pogen een glimp van het vergankelijke vast te leggen. Stellig is zulk beeld niet zonder nadere uitleg te verduidelijken, maar bij Albert Van Dijck, denkt men niet onmiddellijk aan het kunstrecept van een bepaalde tijd, het is voornamelijk een creatieve sfeer van de ontroering, die in zijn eenvoud verwant is aan elke tijd.
Albert Van Dijck was een gevoelvol tekenaar en ook in zijn etsen is deze zijde van zijn talent op scherpe wijze terug te vinden. In zijn tekeningen primeert het boerenkind als model, maar dit zelfde schuchter onderwerp is meestendeels ook in zijn schilderijen te ontdekken. Zijn gave om in de lijnen naar het klimaat van het ongekunstelde boerenmeisje te zoeken, zijn voortreffelijke klank om deze schoonheid in grote sobere beheersing neer te zetten, brengen de grafische nalatenschap van Albert Van Dijck op een verdienstelijke plaats in de kunst van onze eeuw.
Dezelfde bezorgdheid voor de sfeer zal men nog sterker en verhoogd door een intrinsiek coloriet, in de schilderijen van de kunstenaar waarnemen. Alle bravour, elk experiment zijn volledig uit dit oeuvre geweerd. Schijnbaar zou men in Albert Van Dijck een vlot en habiel schilder willen zien, maar achter de schijn van het achteloze en het eenvoudige ligt een spanning van hartstocht voor het pure en zuivere van de schilderkunst. Zo is het werk van A. Van Dijck telkens weer gegroeid uit een penetrante indringing in de ziel van het voorgestelde, moeizaam opgebouwd in voortdurende confrontatie van het middel met het gevoel voor vorm en kleur.
Albert Van Dijck's kunst brengt ons een andere expressieve vorm van zijn wereld, die vooral op innerlijke waarneming berust, en die in grote mate met zijn persoonlijkheid te identificeren is. Door zijn terugkeer naar de natuur heeft Van Dijck de toegang naar een eigen wereld opgesteld, een wereld die vollediger is dan deze die hij wellicht zou gevonden hebben in de toepassing van meer vooruitstrevende stijlevoluties.
Het blijft een voorrecht van de kunstenaar om zijn gevoel door een eigen taal vorm te laten krijgen. Ook Albert Van Dijck heeft dit vorstelijk privilegie weten te gebruiken, en zich niet laten ontmoedigen door miskenning of verguizing. Zelfs al ging het werk uit zijn laatste jaren een duidelijker kentering tegemoet, wat betreft het aanwenden van een heviger gloed in de kleur, toch bleef hij getrouw aan een individuële gedragslijn.
Weliswaar is de innerlijke strijd van Albert Van Dijck niet altijd gemakkelijk geweest. De lokstem van de stijlevoluties, die telkens met luide trom werden verheerlijkt, drong stellig door tot in de rustige werkplaats te Schilde. Twijfel heeft Albert Van Dijck kennelijk met ogenblikken aangegrepen, maar hij is niettemin onwankelbaar trouw gebleven aan de eigen wereld van Kempische eenvoud, aan de eigen verworven vormentaal.
In de hoogtepunten van zijn loopbaan liggen voldoende bewijzen van het waarachtige talent van Albert Van Dijck. Zijn oeuvre dat vervuld is van een schroomvolle eerbied voor het eenvoudige, kan men niet zonder