Band. Jaargang 13(1954)– [tijdschrift] Band– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina t.o. 100] [p. t.o. 100] Kleine dierensuite... Door Remi de Cnodder Apenkooi En als een opgetogen schare knapen, zo tovert ons de tijd hier vóór het hok, waarin een ordeloze horde apen, haar inborst volgt op tak en stok. Tot plots een rust komt en wij even meewaren zien in een verstild gelaat, dat sprokkels toont van 't malle leven, zoals 't aan onze zijde van de tralies staat. Maar even snel wordt het daarbinnen jagen, grijpen, buitlen, de grijnslach van het dier. Ons overvalt de lust tot zelf beklagen, de tweespalt van het hart knaagt schamper hier. Patagonische zeeleeuw Waar 't rank en rusteloos wenden, dit gladde lijf met 't leven bindt, en als een kogel zonder schenden, de waterspiegel slechts om adem vindt. Zo zijt gij tot een deel geworden, van deze koele kom die dromen teelt, alsof gij vrij en stof der horden, slechts luistert naar de drift die stom beveelt. Er blijft het sierlijk spel der ranke spoelen, dit stralend schieten door het heldre nat. Onterft de aarde u van 't scherpe voelen, gij wordt u zelf in 't nodend bad. Bijvoegsel ‘BAND’ Vorige Volgende