In memoriam Broeder Marcolinus Meylemans
OP 15 November overleed te Leuven Broeder Marcolinus Meylemans van de Orde van de Dominikanen.
Deze zachtzinnige man had een ruime plaats veroverd in het hart van al de kunstminnende mensen, die verblijven in de Kolonie. Sinds 1930 was hij werkzaam op de zeer gekende Missie van Rungu midden in het land der Mangbetu. Op deze begenadigde plaats, op zichzelf reeds een aantrekkingspunt voor de blanken, had Broeder Marcolinus de gelegenheid zijn talent te ontplooien in dienst van zijn schoonheidsidealen.
In al wat men tegenwoordig aan gebeeldhouwde figuurtjes nog kan vinden in de Uele, zowel in ivoor als in ebbenhout, herkent men het prototype van Mangbetukop, gelijk deze raskunstenaar hem zo knap gebeiteld had tijdens zijn eerste jaren verblijf te Rungu. Niet alleen als beeldhouwer, maar ook als schilder zou hij zich een goede naam vestigen. Bij nagenoeg al de blanken in de Uele vindt men schilderijen van zijn hand en bij zijn dood stonden er nog tientallen onafgewerkt op zijn atelier.
Zijn opleiding had hem in staat gesteld als vakman en kunstenaar vroeg of laat een bijzondere rol te spelen. Want die twee kwaliteiten traden op de voorgrond in al het werk dat van zijn hand kwam: grondige vakkennis en fijn-gekultiveerde smaak. Meestal missen wij beide in de hedendaagse kunstenaars en vooral het gebrek aan het eerste is meestal een onoverkomelijk beletsel om door te dringen in de droom van de kunstenaar, als men misleid wordt door zijn onhandigheid en gemis aan vaardigheid, vooraleer men een indruk van schoonheid ontvangt.
Broeder Marcolinus volgde de stedelijke akademie te Leuven en liep er al de klassen van tekenen, schilderen en beeldhouwen uit. Alsof dit nog niet volstond voor zijn kunstvorming, volgde hij ook lessen aan de stedelijke muziekschool. Naderhand trad hij als lekebroeder in het klooster en onderging zijn rijk talent nog de wijding en verdieping van een kloostervorming.
Zijn roeping lag echter in de kolonie en in 1930 zeilde hij naar Kongo. Hij belandde te Rungu, in het land der Mangbetu, waar hij steeds gebleven is. Zijn vakkennis als beeldhouwer en meubelmaker waren daar van meer onmiddellijk belang dan zijn kunstdromen en dit gedurende vele jaren. Zijn meesterlijke hand drukte echter steeds een zegel van smaak op