| |
| |
| |
| |
Het boekenrek
Afrika in de branding
Wij ontvingen volgende werken ter bespreking:
1) Verhandelingen: ‘Before the White Man in Kenya’ - Dr C.J. Wilson - ‘White Man's Country’ I & II, Elspeth Huxley - ‘The Nile’ - H.E. Hurst - ‘Struggle for Africa’ - Vernon Bartlett - ‘Les territoires d'outre-mer et la population européenne’ - Fred Van der Linden - ‘Le Consul Blondeel en Abyssinie’ - A. Duchesne - ‘Native Administration in the British African Territories - V - Lord Hailey.
2) Romans: ‘Blanket Boy's Moon’ - Lanham & Mo-Paulus - ‘Black Man's Town’ Isobel Ryan - ‘Locusts and Wild Honey’ - Joyce Collin-Smith - ‘Mau-Mau and the Kikuyu’ - L.S.B. Leaky.
Voorts ontvingen wij nog het ‘Koloniaal Jaarboek’ 1953, 3e Uitgave - dat dit jaar weer uitbreiding nam en een bijna onmisbare gids is geworden voor handel- en nijveraar, voor landbouwexploitant als voor de Afrikatechnicus. Prof. L.O.J. De Wilde, onder wiens voorzitterschap het boek tot stand kwam, moet hier van harte gefeliciteerd worden, alsmede zijn hele schaar van eminente medewerkers.
A.
| |
‘Het Boek van het Jaar 1952’.
- Zoals de ondertitel het laat vermoeden biedt deze Elsevier's uitgave andermaal een kostbare documentatie over hetgeen in 1952 gebeurde, op nationaal en internationaal gebied. Alle aspecten van het zo bedrijvige 20e eeuwse leven worden hier behandeld met een toewijding en een accuratie die voorbeeldig te noemen zijn. Het wordt gratis aan de leden van de Winkler Prins Stichting aangeboden. Het lidgeld bedraagt 155 fr. Een nieuw facet dit jaar: Culturele Informatie. Voorbeelden van in 1951 uitgekomen of bekroonde literatuur en fragmenten uit het werk van overleden schrijvers en filosofen.
A.
| |
Mijn auto en ik.
Onder de titel heeft de Vlaamse Automobilistenbond zopas een handige brochure van 22 bladzijden, op fraai papier en verlucht met 23 schema's en foto's, in het licht gegeven.
| |
| |
Dit werk van ingenieur Gaston Asselbergs, technisch redakteur bij de V.A.B., is, zoals de ondertitel ‘Het ABC van de Automobilist’ luidt, een bevattelijk opgestelde, zeer praktische handleiding voor pechbestrijding op de weg. Van de meest voorkomende panne-gevallen, zoals het stoppen van de motor, stootsgewijs rijden, plotseling vertragen, abnormale geluiden, storingen in ontsteking, karburatie, benzinetoevoer, aan remmen, smering, koeling, stuurinrichting enz. wordt na een diagnoze, die zonder de minste twijfel de kwaal doet vaststellen, in heldere stijl beschreven hoe aan dit alles moet worden verholpen.
Dit boekje, dat kosteloos uitgereikt wordt aan de bij de V.A.B. aangesloten Vrijwillige Helpers op de Weg, is nochtans onmisbaar voor elke nauwgezette automobilist. Het is daarom verkrijgbaar in de V.A.B.-boekhandels te Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Hasselt en Kortrijk tegen slechts 10 fr.
V.A.B.
| |
‘Dokter... Spoedgeval’, door Frank G. Slaughter. Uitgave Jan Van Tuyl, Antwerpen-Zaltbommel. Triomfreeks, 304 blz.
De bekende Amerikaanse chirurg Dr Frank G. Slaughter, waarvan reeds verscheidene boeken in het Nederlands vertaald werden (o.a. ‘Geneeskunst voor de Moderne Mens’ en de roman ‘Verleng de Levens’). bezorgt ons met ‘Dokter... Spoedgeval’ een nieuwe roman die in alle wereldtalen door duizenden zal verslonden worden. Het lezerspubliek is inderdaad de jongste jaren een buitengewone interesse gaan betuigen voor alles wat enigszins verband houdt met leven en werk van dokters en chirurgen. Daarenboven is gans de roman gebouwd rond een geheimzinnig geval van verwondingen die slechts door een atoomontploffing kunnen zijn veroorzaakt. Het gaat in deze roman inderdaad over een geval van smokkel van atoomenergie en atoomgeheimen. Maar daarin verweven de eigen problemen waarmede dokters en verpleegsters te worstelen hebben: liefde, huiselijk geluk, dokterseer en doktersplicht, die zelfs zover gaat dat, terwijl iedereen zich in veiligheid brengt, een arts en zijn assistenten temidden een hel van vlammen in de operatiekamer achterblijven, omdat de gevaarlijke operatie van hun patiënt, een klein kind, niet onderbroken kan worden.
Ongetwijfeld wordt ‘Dokter... Spoedgeval’ ook bij ons een bestseller.
O.D.M.
| |
‘Wie is dat in Vlaanderen?’ - Biographisch lexicon van bekende tijdgenoten in Vlaams-België, op politiek, administratief, rechtskundig, godsdienstig, sociaal, militaire, sportief, economisch, wetenschappelijk en artistiek gebied. - Uitg. N.V. Elsevier - Brussel - Amsterdam - 300 blz. Prijs: geb. 250 fr.
Met de uitgave van dit lexicon voorziet de firma Elsevier in een onbetwistbare leemte: documentatie bezorgen over nog levende vooraanstaande figuren uit de openbare wereld in het Vlaamse landsgedeelte. Het boek bezet als dusdanig een onvervangbare plaats in de reeks gelijkaardige werken die reeds in het buitenland bestonden, en de ‘Livre Bleu’ die drie jaar geleden voor het eerst door de firma Larcier voor het Franstalige landsgedeelte van België werd gepubliceerd. De uitgevers zullen zich zelf wel bewust zijn van sommige leemten en tekorten van hun eerste poging. Persoonlijk hadden wij graag meer biographische nota's willen zien opnemen van prominente Vlamingen uit de | |
| |
koloniale wereld. Maar zelfs ondanks enkele leemten verdient de poging van Elsevier onze warme sympathie, en blijft deze ‘Wie is dat in Vlaanderen?’ een onmisbaar werktuig voor journalisten, radiomensen, bibliothecarissen, de administratie, grote en kleine bedrijven, en zelfs voor particulieren die graag vlug en nauwkeurig wensen ingelicht te worden over leven en werk van een of andere markante figuur in Vlaanderen.
M.V.
| |
‘Engrazia Maria Alcaraz’, door Albe. Uitgegeven bij Sheed & Ward - Antwerpen - met illustraties van Anton Pieck. Prijs: 95 fr.
De dichter Albe die zich de laatste jaren ook actief aan de kunst van het scheppend proza is gaan wijden, schrijft hier het romantische verhaal van een Spaans meisje dat in vrij zonderlinge omstandigheden in kontakt komt met de vertellende ik-persoon van het boek, en dat door hem wordt geadopteerd. Belangrijker dan de geschiedenis zelf, lijken ons de beschrijvingen der reizen door de verteller in Spanje ondernomen, en waar het de schrijver vooral om te doen scheen. Hoewel het verhaal bij de aanvang der lezing meer belooft dan het achteraf blijkt in te houden, schonk Albe ons met dit verhaal een vlot geschreven volksboek in mooie uitgave.
G.D.V.
| |
‘De Ogenbank’, door Ivo Michiels. Uitg. P. Vink, Antwerpen. Prijs: in reeksverband: geb. 95 fr.; gekartonneerd: 68 fr. Buiten reeks: geb. 150 fr.; gekartonneerd: 95 fr.
Met dit merkwaardig boek schonk de jonge Antwerpse romancier, Ivo Michiels ons een moderne roman naar vorm en inhoud. Het kerngebeuren in het verhaal is de uitvoering van een kerato-platieoperatie, een der jongste ontdekkingen van de medische wetenschap, waarbij door overplanting van het gezonde hoornvlies van een dode op het oog van een levende, een blinde opnieuw ziende kan worden. Het verhaal concentreert zich op de blinde Andreas, die na drie jaren blind te zijn geweest weer opnieuw gaat zien, dank zij heelkundig ingrijpen. Zijn leven gaat evenwel voor hem een obsessie worden wanneer hij verneemt dat het oog dat men heeft gegeven toebehoorde aan een ter doodveroordeelde inciviek, die stierf aan de executiepaal. Er zijn verder nevengeschiedenissen en nevenfiguren in dit boek, zoals Magda, de vrouw van Andreas die haar man verlaat om de minnares te worden van Dr Roemer die de operatie uitvoerde; er is ook de verpleegster Patricia, een zeer mooie figuur, die verliefd wordt op Andreas, die zelf echter tracht vergetelheid te vinden bij een andere vrouw die onder de tijdsomstandigheden gebukt gaat. Het is moeilijk de inhoud van dit boek samen te vatten in enkele woorden. Verschillende romans spelen zich af in dit werk dat geschreven werd met een vaart, en in een stijl die soms wat overladen is maar toch beklemmend aandoet. Het werd bovendien geschreven met een psychologisch doorzicht in het wezen der verschillende karakters en met een kennis van de actuële tijdsproblemen die ontstelt, zodat we mogen zeggen dat Ivo Michiels met ‘De Ogenbank’ de belofte heeft ingelost die hij reeds vroeger deed met zijn roman ‘De kruistocht der Jongelingen’ en dat hij zich meteen aandient als een der knapste onder onze jonge Vlaamse romanciers.
M.V.
| |
| |
| |
‘Tussen Staat en Volk’, door wijlen Ph. Van Isacker, oud-minister. Uitg. door Sheed & Ward, Antwerpen. Prijs: ing. 145 fr.; geb. 175 fr. Luxe uitgave: 285 fr.
Het schrijven van politieke mémoires behoort in ons land nog niet tot de geplogenheden. Alleen Woeste, Hymans, Carton de Wiart en enkele anderen hebben zich tot nog toe aan dit genre gewaagd. De gedenkschriften van oud-minister Van Isacker verdienen alleen daarom reeds bijzondere belangstelling. In het voorwoord dat hij voor dit boek schreef, laat Dr Albert Goris, alias Marnix Gijsen, gewezen kabinetschef van Van Isacker er zich als volgt over uit: ‘Deze gedenkschriften zijn die van een historicus. Vn Isacker was in staat het verloop der dingen te onderscheiden zonder verloren te lopen in het struikgewas van de politieke anecdotiek’ wat ongetwijfeld een grote struikelsteen is voor hen die een relaas willen geven van gebeurtenissen waarin zij zelf medespeler zijn geweest. De gebeurtenissen die Van Isacker tijdens zijn ministeriële loopbaan heeft meegemaakt zijn bovendien van dien aard dat vele lezers wat meer zullen willen weten over hun eigenlijk verloop en onderlinge samenhang.
M.V.
| |
‘De Chinese Rovers’, door Seu-Nai-An, Nederlandse bewerking door M.J. Boutsen. Uitg. P. Vink, Antwerpen, 288 blz. Prijs: in reeksverband: gebonden in kunstlederen band, 95 fr.; gekart. 68 fr. Buiten reeks: geb. 150 fr.; gek. 95 fr.
Dit boek behoort tot de meest gelezen werken van de oude Chinese letterkunde. Het is een der ‘vier grote wondere boeken’, heel China door gekend, en eeuwen achtereen door alle Chinezen die lezen konden met het nodige geduld ontcijferd, gelezen en herlezen, en in gezelschap van de ongeletterden voorgelezen. Weinig werken geven zo'n verrassend inzicht in de psychologie van de doorsnee Chinese mentaliteit in het algemeen en de ‘Chinese roversziel’ in het bijzonder. P. Boutsen, een van onze beste Sinologen van het ogenblik, heeft dit boek thans voor ons vertaald en bewerkt zoals alleen de schrijver van ‘De Blauwe Vallei’ dat kan. Aldus zal dit werk niet enkel een voorbeeld, en welk voorbeeld, zijn van de voor de meesten onder ons ongekende Chinese letterkunde; het zal bovendien veel duidelijk maken van wat er de laatste jaren op het Chinese vasteland is gebeurd. Een der waardevolste boeken die vorig jaar op de Vlaamse boekenmarkt zijn verschenen.
M.V.
| |
‘De Meester van Brugge’, door Theodor Seidenfaden; vertaald door Jean H.P. Jacobs. Uitg. P. Vink, Antwerpen, 237 blz. Prijs: in reeksverband: geb. in kunstlederen band: 95 fr. - gekart. 68 fr. Buiten reeks: gebonden: 150 fr.; gekart. 95 fr.
Met ‘De Meester van Brugge’ bedoelt schrijver een van onze voornaamste Vlaamse primitieven, kunstschilder Hans Memling. Het gebrek aan nauwkeurige documentatie over diens leven, heeft de auteur discreet door zijn verbeelding laten aanvullen. Aldus schonk hij ons een keurige geromanceerde levensbeschrijving over de meester, in een eenvoudige en ongekunstelde stijl. Het werk werd uitstekend vertaald, verlucht met enkele mooie foto's van Memling's doeken en royaal uitgegeven.
G.D.V.
| |
| |
| |
‘Monographiën over Belgische Kunst’ - Leon Devos, door Roger Bodart; Jan Cox, door Dr August Corbet. Uitgegeven door De Sikkel, Antwerpen, voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs. Prijs: gekart. 60 fr. per deel.
Reeds vroeger hebben wij in dit tijdschrift gewezen op de grote verdiensten van deze reeks monographiën, die tot doel heeft het kunstminnend publiek in kennis te stellen met het werk van de belangrijkste vertegenwoordigers onzer moderne schilderkunst. Ook onderhavige twee deeltjes werden met zorg, aesthetische zin en wetenschappelijke onderlegdheid samengesteld, zo wat de inleidende tekst als wat de keuze der illustraties betreft. De uitgave staat als gewoonlijk op een hoog artistiek peil.
M.V.
| |
‘Faire et comprendre’, door Willy Schneider: (vier deeltjes - handleiding bij het onderwijs in de rekenkunde voor de twee leerjaren van de eerste graad). Uitgegeven door De Sikkel, Antwerpen.
Wij vestigen speciaal de aandacht van het onderwijzend personeel in Kongo op deze uitgave wegens het feit dat bij de samenstelling er van ook gedacht werd aan Kongo, wat op verschillende bladzijden, en o.m. in het illustratiemateriaal tot uiting komt. De auteur heeft nl. voor het samenstellen van zijn handleiding het advies ingewonnen van onderwijzers in Kongo, en dit op verzoek van het Centrum voor Sociale inlandse problemen te Elisabethstad (CEPSI).
A.P.
| |
‘Drie Vlaamse Schilders’, door Denijs Peeters. Uitgave Artistenfonds Rockoxhuis, Antwerpen.
Denijs Peeters dient geprezen om het bundelen en uitgeven van deze drie opstellen van degelijke Vlaamse kunstcritici over even degelijke Vlaamse schilders. De hier bijeen gebrachte essais vormen een uitstekende inleiding tot het werk en de persoon van Jack Godderis, Luc Peire en Rik Slabbinck, drie moderne kunstenaars, drie vooraanstaanden in de hedendaagse Vlaamse schilderkunst.
U. Van de Voorde schetst in enkele rake trekken een beeld van de huidige tendenzen in de kunst en situeert daarin het werk van Jack Godderis. Zijn proza is, zoals steeds het geval is bij deze kunstcriticus, zeer voornaam, zijn opvattingen over moderne kunst en haar stromingen gezond en betrouwbaar, zijn oordeel secuur.
Het essai van M. Duchateau over Luc Peire is een sterk stukje. In deze enkele bladzijden speelt de schrijver het klaar een ruim inzicht te geven niet alleen in het werk maar eveneens in het karakter, in het innerlijk wezen zelf van de kunstenaar, en het harmonische verband tussen beiden. Hij is volledig meester over zijn onderwerp en zijn betoog mist noch duidelijkheid, noch overtuigingskracht.
Prof. Dr Jozef Muls bezorgt een keurig opstel over Rik Slabbinck. Wellicht ware echter de persoonlijkheid van deze derde grote onder de huidige schilders duidelijker naar voren getreden indien de schrijver dieper naar de kern van zijn onderwerp had gegrepen en minder had toegegeven aan zijn neiging tot letterkundig beschrijven.
Deze uitgave omvat een dertigtal uitstekende reproducties van het werk der drie behandelde schilders. Aanbevolen aan al wie enig belang stelt in de Vlaamse kunst.
Enkele exemplaren van dit werk kunnen verkregen worden, aan de prijs van 145 fr., op de redactie van ‘Band’.
J.G.
| |
| |
| |
‘De Nederlandse Letterkunde in Honderd Schrijvers’, door Prof. Dr Baur, Jacques Den Haan, Dr J. Hulsker, Ger. Schmook, Prof. Dr G. Stuiveling. - Uitgave De Sikkel, Antwerpen, 153 blz. Prijs: geb. 90 fr.
Deze platenatlas, waarvan thans de tweede druk voorligt, is ontstaan uit de gelijknamige tentoonstelling. De rijkdom van onze Nederlandse letteren, van de middeleeuwen tot de eerste wereldoorlog, ligt hier in keurige platen uitgestald. Het is een waar genot in dit zeer mooi gedrukt werk te bladeren. Een vervolg: ‘Honderd Schrijvers van onze Eeuw’ wordt in het vooruitzicht gesteld.
R.P.
| |
‘Vrouwen zijn als Bladeren’ door J.P. Leynse. Uitgave Kosmos, Amsterdam, Antwerpen, 238 blz. Prijs geb. 95 fr.
De auteur, die dertig jaar lang in China als zendeling verbleef, kent de Chinese gebruiken grondig. Hij beschrijft het leven in een Chinese huishouding niet van het standpunt van een buitenstaander, die met voorliefde noteert wat hem als eigenaardig of zonderling voorkomt. We leven het leven van het Huis Hsia mee, we maken deel uit van deze familie die naar aloude traditie is als een boom, met takken (de mannen), en blaren, vergankelijk en van weinig tel (de vrouwen). Er ontstaan conflicten die de serene atmosfeer van den huize Hsia vertroebelen. Maar dit zijn slechts rimpels op het effen vijvervlak der traditie. De grote bekoring van dit boek gaat vooral uit van de dichterlijkheid waarin het hele verhaal baadt.
R.P.
| |
‘Zwervers onder het Zuiderkruis’, door Jon Cleary. Triomfreeks. Uitgave Jan Van Tuyl, Antwerpen-Zaltbommel. 313 blz.
Deze nieuwe roman uit de Triomfreeks is een aangename verrassing. Jon Cleary, een Australisch auteur, vertelt ons het wedervaren van een gezin ‘sundowners’, een soort blanke nomaden, die met heel hun hebben en houden in een wagentje door het land zwerven en telkens, tegen zonsondergang, trachten een boerderij te vinden waar ze kunnen overnachten. In Ida, de vrouw, smeult de hunker naar een eigen boerderij, een samenloop van omstandigheden brengt het doel in het zicht, het volstaat aan eigen eerbaarheid te verzaken, maar de Carmody's overschrijden de fatale grenslijn niet, en trekken verder... Het gegeven, met scènes als de bosbrand, de schaapscheerderswedstrijd, de avonturen met het race-paard, zou zich uitstekend tot verfilming lenen. Dit boek vol handeling werd vlot vertaald.
R.P.
| |
‘Lente van het Hart’, door Joos Florquin. Uitgave ‘'t Leieschip’, 144 blz.
Deze krans ‘brieven van Tijl aan Neleke’ omspant de wenteling der seizoenen in onze Vlaamse contreyen, het wel en het wee - maar dan een wee dat ‘bijna schoner is dan de schoonste vreugd’ - van twee gelieven, in een sfeer van poëzie en humor.
R.P.
| |
‘Contes d'ici et de là-bas’, door J.M. Jadot. Editions du Marais, Bruxelles. 169 blz.
De uitstekende franstalige koloniale schrijver heeft zeventien verhalen gebundeld die zich ‘hier’ en ‘ginder’ afspelen, in het landelijk Wallonië en het ontwakende Kongo. Van deze in elegante maar toch sobere taal geschreven verhalen gaat een onbetwistbare charme uit.
R.P.
| |
| |
| |
‘Dies Irae’, door Valeer van Kerkhove. Uitgeverij Lannoo, Tielt. 279 blz.
Dit tweede boek van de jonge Vlaamse schrijver werd heftig omstreden. Het feit dat een werk aanleiding geeft tot stormachtige commentaar is niet ipso facto een bewijs van het hoog gehalte van dat werk. Het duidt echter alleszins op persoonlijkheid en dit is een kwaliteit die, meen ik, niemand aan Valeer van Kerkhove zal ontkennen. In deze ‘dag van toorn’ ontketent hij wervelende machten die hoogmoedige, wellustige, waanzinnige mensen vermorzelen en murw maken voor de goddelijke genade. Valeer van Kerkhove heeft heel hoog gegrepen. Misschien is hij iets te kort geschoten. Men heeft hem vergeleken met Graham Greene. Hij mist echter nog de kunst om het onwaarschijnlijke niet alleen waarschijnlijk maar zelfs dwingend en onafwendbaar te maken. ‘Dies Irae’ overtuigt niet volledig. Het blijft te veel knagen aan hetzelfde been. Laten we dus niet gewagen van een meesterwerk. Wel echter van een prestatie en een uitzonderlijke prestatie in onze Nederlandse letteren.
R.P.
| |
‘Hendrik Conscience en het Volksleven’, door A. Van Hageland. - Keurreeks van het Davidsfonds Nr 50 1953-1. 354 bez. Ledenprijs ingen. 30 fr. geb. 44 fr. Handelsprijs ingen. 60 fr. geb. 88 fr.
Dit essay van A. Van Hageland werd in 1952 bekroond met de Prof. Boon-prijs. Ik heb het met stijgende interesse gelezen. Sedert ik met het werk van Conscience kennis heb gemaakt in afleveringen die ik op de grootvaderlijke rommelzolder onder dikke lagen stof had opgediept, heeft niets mijn eerbied voor de man die zijn volk - en mijzelf - heeft leren lezen kunnen vernietigen. Ook de minachting niet die ten overstaan van Conscience in de mode gekomen is. Het essay van Van Hageland dat aantoont welk een rijkdom aan folkloristisch materiaal op onopvallende wijze in Conscience's werk verspreid ligt heeft mijn eerbied nog verhoogd. Het Davidsfonds dient geluk gewenst met de uitgave van deze voortreffelijke studie.
R.P.
| |
‘Schotschrift en Gebed’, door Léon Bloy. Vertaald door P. Van der Meer de Walcheren. Humanitas-Reeks. Uitgave Lannoo, Tielt, 1953.
Schotschrift en Gebed bevat 20 hoofdstukken uit ‘Exégèses des Lieux-Communs’. Vertaler leidde het boekje in met een korte karakteristiek van persoon en werk van de Franse publicist.
G. Van Cutsem, s.j.
| |
‘Ziele Christi, heilig mij...’, door Désiré Stracke, s.j. Humanitas-Reeks. Uitgave Lannoo, Tielt, 1953.
Ziele Christi is een uitwerking van het gebed ‘Anima Christi’. De tekst gaat in vier lezingen aan de uitwerking vooraf.
G. Van Cutsem, s.j.
| |
‘Zonderlinge Taferelen’ door Giovanni Papini. Humanitas-Boekje Nr 3; ‘De Laatste Paus en de Antichrist’, door Wladimir Solovjev. Humanitas-Boekje Nr 4; ‘Zonnelied’, door Francesco d'Assisi. Humanitas-Boekje Nr 5; ‘Uit het Land van de kleine Slangen. - Sprookjes uit Chotah Nagpoer’, door P. van Exem. Humanitas-Boekje Nr 6. Uitgeverij Lannoo, Tielt. - Per deel 25 fr.
In al hun bescheidenheid zijn de Humanitas-Boekjes een kostbaar bezit: echte juweeltjes die de schitteringen van de geest uit vele eeuwen en uit vele landen uitstralen.
| |
| |
‘Zonderlinge Taferelen’ bevat zeven hoofdstukken uit ‘Le Pazzie del Poeta’ van Papini. In deze taferelen werpt Papini met afwisselende Italiaanse beminnelijkheid, Latijnse hekelzucht en algemeenmenselijke sympathie flitsen op de moderne samenleving.
Van Papini naar Solovjev is een gewaagde sprong, een sprong uit het concrete en vastomlijnde van Mediterraanse landschappen naar het wazige, onomvatbare en eindeloos uitdeinende van de steppen. Eindeloos uitdeinend is de profetische gedachtengang van Solovjev ons voerend naar een Mongoolse overheersing die uiteindelijk weggevaagd wordt en vervangen door een tijdperk van wereldvrede en welvaart onder de bekwame leiding van een oppermens, een organisatorisch genie die er in slaagt alle sociale en economische problemen op te lossen en die, in een stoute greep, ook de geest tracht te temmen. Maar de kerken hebben het duivels spel doorzien en verenigen zich tegen de Antichrist...
Met Sint-Fransciscus' Zonnelied verlaten wij de mistige Slavische toekomstpaleizen en genieten wij met kinderlijke eenvoud en blijmoedige overgave van de poëzie van het alledaagse. De Humanitas-Uitgave van het ‘Zonnelied’ is een parel! Na een inleiding van Pater Maximilianus, O.F.M. Cap. volgen de oorspronkelijke Italiaanse tekst van Sint Franciscus' ‘Cantico di Frate sole’, een moderne vertaling en drie dichterlijke weergaven: de oudste wordt aangetroffen in ‘Den Wyngaert van Sinte Franciscus’, een reeks Franciscaanse geschriften die in 1518 te Antwerpen verscheen, de tweede is een bewerking door Nicolaas Van Estveldt (17de eeuw), en de derde is de ‘Lofzang der Zonne’ van Guido Gezelle. Als epiloog werd een fragment uit ‘Sin Franciscus van Assisië’ door Joergensen opgenomen.
In het Humanitas-boekje Nr 6 heeft P. Van Exem een krans guitige sprookjes uit Chotah Nagpoer aaneengerijgd.
Ik kijk reikhalzend uit naar de volgende Humanitas-boekjes.
R.P.
| |
Een merkwaardige vooruitgang.
Ieder jaar geeft de Vlaamse Automobilistenbond, ter gelegenheid van het Autosalon, een speciaal nummer uit, ditmaal het vijfde in de reeks, dus een lustrumnummer en wel van een eerbiedwaardige omvang! Van 64 blz. in 1950 werd geleidelijk geklommen naar niet minder dan 208 blz. in 1954, dit is nog 48 blz. méér dan vorig jaar. Alleen de encyclopaedie over alle automerken ter wereld omvat 120 blz. met 97 afbeeldingen en deze over motorfietsen 23 blz. met 35 afbeeldingen.
Vlaamse Automobilist, deze handleiding is voor U onmisbaar! U kunt ze verkrijgen door onmiddellijk lid te worden van de Vlaamse Automobilistenbond. Dit lidmaatschap, dat 200 fr. bedraagt voor 1954, geeft U recht op een abonnement op het veertiendaagse tijdschrift ‘De Autotoerist’ waarvan de Salonuitgave nummer 2 is. Daarenboven krijgt U nog een prachtige wegenkaart van België en het lijvige ‘Handboek van de Toerist’ met een schat van toeristische gegevens, ook over Belgisch-Kongo.
Schrijf aan: Vlaamse Automobilistenbond, P.B. 3179, Leopoldstad-Kalina.
|
|