Dit spel zal velen, die een objectief natuurbeeld er in zoeken of de diepere zinstranspositie voorbijgaan, onthutsen en aanstoot geven. Schijnbaar ontwrichte vormen en dooreenwemelende lijnen worden opgenomen in een zinrijk bewogen ordonnantie en ‘gepigmenteerd’ door felle gebakerde kleuren en diepe kontrasten. Mens en natuur, hoe nadrukkelijk de vitale rijkdom en zinnelijke gevoeligheid ook wezen, zijn steeds opgenomen in, en van meetaf gedragen door een kosmische aanvoeling en zelfs mystieke wijding.
Een ander karakteristiek element van Roos' expressionistische instelling is de afwezigheid van gestructureerde ruimte. Dit staat in verband met zijn innerlijk dynamisme en zijn onconventionele picturale zienswijze. In ruil hiervoor krijgen we een scheppende beweging en vitale zindering. Missen zijn doeken objectieve vormelijkheid en ruimte, ze doorbreken hun kader, overweldigen u en blijven nazingen in de herinnering.
Roos' esthetische visie houdt nauw verband met zijn persoonlijke gevoelsen verlangenwereld. Ze is geboren uit een metaphysische aandoening (angst, hunker, verbeiden, bewondering, wijding, geheimenis), die echter steeds tegelijk intense schoonheidsbeleving is en esthetische vormgeving beoogt.
Om het esthetische van Roos' werken te ondergaan moet men de ziel ervan begrijpen. Een in kader gevatte, effene objectiviteit zal hem steeds vreemd blijven. Het is hem steeds te doen om de rust van bedwongen spanningen en om een geheime mystieke zindering en vertering. Hierin worden sommige elementen die bij een eerste blik aanstoot geven of lelijk voorkomen, geintegreerd. Daarom ook heeft het geen zin zich af te vragen of het werk van Roos thuishoort bij de figuratieve of abstracte richting.
De twistvraag over abstracte of figuratieve kunst op Roos overgedragen, zou eerder doen besluiten dat zijn werk noch als figuratief kan gekarakteriseerd worden, omwille van zijn vrije omgang met mens en natuur, noch als abstract of zuiver picturaal, gezien hij een wereldgevoel tot uiting brengt. Zijn kunst is transfigurerend. Er is bij hem wel een zoeken naar het abstrakte doch dit is veeleer te kenmerken als losmaking uit de ban van concrete vormen.
Roos weet het ‘metaphysisch’ geheimzinnige, wondere in mens en natuur te raden en te spellen. Zijn doeken zijn gesproten uit wijsgerige doorzindering en aanvoeling. Het is niet zonder belang voor de lezer te vernemen dat Roos in de moderne wijsgerige stromingen in 't bijzonder voor het Bergsonisme en het existentialisme een grote belangstelling aan de dag legt. In zekere mate kan zijn werk hiervan als een schilderkunstige uitdrukking worden opgevat door zijn geheimzinnige natuurschetsen en harmonieken rond het menselijk gedragen (het ‘noemen van het heilige’).
Het wil ons evenwel voorkomen dat de harmonieën die hij ontwerpt over 't algemeen nog meer van schoonheidsroes getuigen dan van voldragene uitgewogen esthetiek.