Band. Jaargang 12(1953)– [tijdschrift] Band– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Ruanda O land, waar als katten lui-spinnend, de ruggen van duizend heuvlen zich vlijen in milde zon. Heemlen slaan van kam tot kam azuren bruggen wijl blonde wolken rusten op de horizon. Plots als torens stoute toppen opwaarts ijlen tot waar een valk met traag gewiek deint op en neer. Smal sliert een pad zijn guirlandes vele mijlen, daar met lange staf en gemeten tred een heer schrijdt, in wit gewaad statig, uit oude tijden patriarch, wien volgt van clienten bonte stoet met huiden, paarlen, kunstig vlechtwerk der meiden. En van heilige koeien trekt hen te gemoet de langgehoornde rij: in dromen verzinken zij, loom dalend om van koele bron te drinken. V. Neesen Vorige Volgende