Band. Jaargang 12(1953)– [tijdschrift] Band– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Aan de Kongostroom Nu glijdt het nachtschip met de maan Over de gladde stroom die vuur slaat Aan zijn flanken: groen-glimmend vuur Dat likt 't domein van avontuur, Het oer-woud der legende. Verholen krekels sjirpen schril In 't zilveren want, in 't grijze tin Der zeilen, 'wijl vaste sterren ogen Naar de vleugels van een vogel Die passeert uit andere eeuwen. Gemeerde schepen van het bos Hun masten wimpelend met een tros Van licht, smoren de kreten van Wie moordt om 't leven of onverwachts Zijn adem voelt begeven... Hier zoekt geen hand de steen der wijzen... 't Instinct is daar om te bewijzen Dat hart en rede samen, niet In staat zijn te begrijpen: Lied En Zin der Scheppingsmin. In schijn is 't eigen wezen niet méér Dan oog, of tand, of blad... Maar éér De masten van het morgenschip Het land, gericht, bereiken, is Ziel het enige gewicht. A.K. Rottiers Boma - Kaap Finistère, Aug. 1951. Vorige Volgende