voor het gebruikte procédé van de bruine sauzen, zoals door G. Moreau aan zijn leerlingen werd aangeleerd, is zijn eigen aard getrouw gebleven.
Men is bij zijn werk herhaaldelijk geneigd, bv. in zijn interieurs en sommige composities aan H. De Braekeleer en Ch. De Groux te denken, en inderdaad vermeldde hij deze schilders in een van zijn brieven als door hem bewonderde kunstenaars.
Maar de dualiteit tussen zijn Vlaamse picturale geaardheid en zijn Franse invloeden blijven doorlopend aan te wijzen. Evenepoel had omgang met vele gekende Franse schilders. Hun werken konden hem ontroeren en de evolutie van de Franse schilderkunst maakte op hem ongewis een diepe indruk.
De tijd van de impressionisten was daar om ook hem in de ban te nemen, maar steeds is het de spanning van het persoonlijke, die hang naar het tedere en intieme verconvergeerd met de Vlaamse traditie om de matière, welke men bij Evenepoel zal opmerken.
Manet is hem onbetwistbaar zeer nabij geweest. Degas en Whitler en ook Toulouse-Lautrec zijn herkenbaar bij deze jonge schilder, maar daarbij komt dan de voorliefde om de stofuitbeelding, niet zoals bij de Fransen, in een lichte spirituele uitdrukking te vervatten, maar met een sterker, vaster en gebonden accent.
Bij H. Evenepoel leeft niet de geaccentueerde symetrische spanning der Franse meesters. Wanneer hij zijn grote taferelen, zoals b.v. ‘Wandeling in St. Cloud’ borstelt, dan gaat het minder om de evenwichtige kracht der partijen, zoals in de grote doeken der Franse schilders, maar is er een bewuste scheiding tussen de figuren en het landschap. De mens heeft bij H. Evenepoel vooral een individuele betekenis behouden, een trek die hem toch met voorliefde tot het innige en weemoedige, doch zuiver menselijke portret heeft gedreven.
Evenepoel was de schilder van de psychologische helderheid. Is de toon van zijn kinderportretten uiterst subtiel, ook in zijn andere portretten, de ongeëvenaarde uitbeeldingen van zijn nicht, zijn portret van de schilder Simon Bussy, leeft bestendig deze intieme verhouding tot het model met al de gevoeligheid van een picturaal contact.
Henri Evenepoel was de uiterst ontvankelijke kunstenaar. Hij wist bijna intuïtief de innerlijke gesteldheid van het onderwerp te ondervangen in een eigen milde, zeer milde sfeer van zijn uitdrukkingsvorm.
Wanneer hij in 1897 de wintermaanden te Algiers doorbrengt, voelt men in de doeken in dit nieuwe land geschilderd, de zoekende kunstenaar om ook daar zich zelf te kunnen worden.
Maar in 1899 knapte de broze draad van dit leven door. Het oeuvre van Henri Evenepoel is van een ongemeen zuiver karaat, van zulk een intrinsiek gehalte, dat het voor alle tijden een bron van ontroering en schoonheid zal blijven, ongeacht het feit dat het niet tot de toppunten van de Europese schilderkunst is kunnen opklimmen door de vroegtijdige dood van deze milde kunstenaar.
Remi De Cnodder.