Vlaams toneel 1953
Op Bezoek bij Fred Engelen en Tine Balder
SINDS drie jaar is het een traditie geworden dat een kleine groep van het Nationaal Toneel een tournee doorheen Kongo maakt. De Vlamingen uit de kolonie zullen dit initiatief stellig op prijs stellen. Een van de regisseurs van de Antwerpse Schouwburg wordt telkens met de leiding gelast. Het eerste jaar (1950) was het Fred Engelen, daarna ging Maurits Balfoort en vorig jaar was het Edward Deleu. Dit jaar zal het andermaal Fred Engelen zijn die de leiding heeft.
Deze jonge, talentvolle leerling van Joris Diels, die in de Studio van het Nationaal Toneel toneelspelers-kandidaten opleidt en ook in de K.N.S. regisseert, heeft reeds vaak de aandacht gevraagd voor artistiek-hoogstaande en van persoonlijke-visie-getuigende realisaties. Ten einde hem aan de lezers van ‘Band’ voor te stellen, zijn we hem gaan opzoeken.
Maar Fred Engelen - (‘Als ge hem ziet is hij terug weg’, zegt zijn vrouw) - was niet zo gemakkelijk te bereiken. Nu eens zit hij in Brussel, dan verdwijnt hij weer in de provincie bij liefhebberskringen, geeft les of voert besprekingen links en rechts. Hollen doet die vinnige man, hollen met zijn auto over Vlaanderen's wegen. In zijn zonnige woning te Edegem bij Antwerpen, hebben we hem eindelijk aan de koffietafel getroffen.
Zonnig en fris zit het jong gezin hier met familiebezoek, maar dat hindert niet, want zijn vrouwtje, Tine Balder, heeft het vandaag minder druk. ‘Onze Jan is ziek en ligt boven in zijn bedje en daarom zijn Liesje en Trijntje uit logeren!...’
‘Jammer dat ge de kindjes niet ziet, zegt Fred. Ge moet terugkomen! Ik heb nu ook niet veel tijd...’
‘Vertel ons dan gauw...’
‘Kom eerst naar mijn hof zien!’
We staan reeds op het grasperk onder een kleurige duiventil, waarvan de bewoners onverschrokken rond onze voeten trippelen. Fred noemt ze bij de naam en vraagt hen hoe het met de jongskens gesteld is en de diertjes schijnen nieuwgierig te luisteren. Wat verder rekken konijntjes zich trekneuzend naar hem en uit het gras raapt hij Matusalem op, een kleine schildpad, die zowaar een kus op haar spitse kop krijgt.