veld, doch deze weigert en wil slapen. Hij heeft moeite om uit zijn smoking te komen en werkt zich in zijn tweedpak.
Dan gaat hij naast Marc, die zijn ogen reeds gesloten heeft, op de rand van het bed zitten:
- Marc?
- Ja... a...
- Hoe ging het met jou die eerste nacht?
- Verdomd, kerel, zanik nou niet!
Woedend heeft Jean-Pierre zich omgekeerd en flapt de deur toe. Hij hoort hoe Marc hem nog iets toeroept, doch loopt verder, in der haast zijn reiskoffertje opnemend, naar de auto.
- Naar het vliegveld, zegt hij tot de chauffeur, terwijl hij zich in de kussens laat zinken.
Zijn hoofd staat op barsten. Kleine hamertjes kloppen op zijn schedel, afwisselend met het steken van scherpe priemen in zijn slapen.
Wat een kater! zucht hij.
Beelden uit fuiven te Brussel schieten hem door de geest. Een paar keren was hij met Nelly naar een nachtclub geweest wat haar niet erg was bevallen. Zou dit haar beter bevallen?
Ze zijn de avenue Churchill reeds doorgereden en snellen door de vroege ochtendschemer de route de Jadotville op.
Het uitdrukkingsloze en slaperige gezicht van de chauffeur draait zich om:
- Het vliegveld, monsieur.
Hij rekent af en doet er een ‘matabis’ bij voor de neger die dankend zijn bruine kepi afneemt en onderdanig de deur openhoudt terwijl hij uit de wagen strompelt.
Het is nog een tijdje te vroeg en hij laat zich een warme koffie opdienen in de kleine bar. Het kikkert hem op.
Aan de muur hangt een almanak. Woensdag 9 Augustus 1950, leest hij. Vanmiddag vertrekt Nelly uit Brussel. Morgen komt ze te Leopoldstad toe en Vrijdag zijn ze getrouwd. Zaterdag is hij hier terug... Wat zal er intussentijd niet allemaal gebeurd zijn?
Hij kan zich moeilijk voorstellen dat Nelly het hier aardig zal vinden Als Marc zich nu maar correct houdt!
Hij rilt als hij even voor zeven uur het veld oploopt. Hij voelt zich belazerd. Waarom heeft hij in 's hemels naam die fuif gegeven!
Zal Nel me niet veranderd vinden? Werktuigelijk mompelt hij binnenmonds: wat maakt dat voor verschil!
Zeer veel, antwoordt een stem in zijn binnenste.
Dan neemt de DC-3 hem op.
Na de middag zullen ze in Kongo's hoofdstad aanlanden.
Zou hij Michel niet ontmoeten? Hij had daar plots behoefte aan. Hij heeft iemand nodig om samen naar de bodem van zijn verdriet te kijken.
Ze zijn nog niet eens gestart als hij al in slaap ligt.
Paul Haegeman
(wordt voortgezet)