waarin de slanke, tere en prille lijn iets van de schroomvallige wijding der gothiek verkreeg.
Misschien hebben de vele officiële opdrachten voor monumenten en portretten de zuivere artistieke ontplooiing van W. Kreitz wel enigszins beknot, want, geeft de publieke waardering vaak stimulans, bij een overladen programma kan zij wel een ringmuur omheen de persoonlijkheid van een kunstenaar opstellen.
Vooraleer op de talrijke portretten te willen wijzen, past het hier vooral de aandacht op het vrije werk van Kreitz te trekken. Zo Cézanne zegt: ‘les recherches seules sont valables’, dan slaat dit bij Kreitz in hoofdzaak op de ontdekking van de innige harmonie der vormen van het vrouwelijke naaktfiguur. Zonder de minste heftigheid zijn deze figuren als zuivere vormgevingen van een verfijnde geest.
Van Kreitz kennen wij een monument uitgevoerd voor de gesneuvelde zeelieden van de Agence Maritime te Antwerpen en een voor de overleden tenniskampioen Naeyaert. Ook een monument voor de Zeevaartschool werd aan hem toevertrouwd, terwijl de kunstenaar een groots opgevat werk ter nagedachtenis van de in Duitsland overleden Antwerpse politieagenten heeft opgericht. Ook het Pater Vertenten-monument te Hamme is van deze beeldhouwer, terwijl hij voor het Casino te Oostende grote opdrachten uit te voeren heeft.
In de beide openluchttentoonstellingen in het Middlheimpark te Antwerpen, was W. Kreitz op een flinke wijze vertegenwoordigd.
Een bijzonder aspect echter van het oeuvre van Willy Kreitz ligt stellig in het portret. Ontelbaar zijn de portretten door hem uitgevoerd in steen, brons of hout. Vermelden wij terloops enkele namen, o.m. van Minister C. Huysmans, Minister Godding, Professor Cornette, F. Martougin, Delwaide, Jussiant, Dr. Gunzburg, Maurits Sabbe, Vincentelli, M. Christiaens, enz.
Bekend is ook de buste die Kreitz heeft gebeeldhouwd van colonel Armstrong, de Amerikaanse bevelhebber der stad Antwerpen tijdens de periode der V-bommen. Dit beeld werd in 1947 door de Stad aan colonel Armstrong overhandigd, terwijl een tweede exemplaar op het stadhuis prijkt.
Ondanks het bijna officiële aspect dat Kreitz bieden mag door deze galerij geportretteerden met naam, heeft de beeldhouwer toch nergens een compromis gesloten met het onware. Bij Kreitz' portretten blijkt steeds een weg open voor de persoonlijke visie, voor de scherpe analyse van de psychische kenmerken van het model. Stellig heeft Kreitz tussen zijn portretten waardevolle specimen.
Kan men bij Kreitz af en toe wel een tikje nonchalance ontdekken, zo mag men dit eerder toeschrijven aan het schroomvallig aspect van zijn oeuvre. Niet de dramatiek, noch het aangrijpende epos van het innerlijk revolterende ligt in de lijn van zijn evolutie als kunstenaar. Bij Kreitz is het meer de serene, poëtische vormkracht die domineert en ook een beleven zoekt in de meest gave harmonie.