Doch keren wij tot Joris van Gheel terug.
Na enige maanden verblijf te San Salvador (toen men het reisgoed uit het koninklijk magazijn kon halen) werd hij voor de zending te Matari aangeduid, een ver afgelegen post.
Die post werd gesticht op het verzoek van de vrome Markiezin Zinta, die te Matari regeerde, op 5 dagen mars van de hoofdstad van het Koninkrijk. Het was een druk bezocht centrum. Om de vier dagen werd er een markt gehouden, doch heden blijft er van die plaats nog slechts een grote boom over, die meer dan 100 jaar oud is, alsook een oud kerkhof, waar men de overleden vorsten bracht, om ze ter aarde te bestellen.
Officieel heet het dorp Mbanga-Matari en was het katholiek. De aard der zending verplichtte de titularis ervan te reizen. Het is alzo dat hij zich gedurende de vasten van 1652 op weg had begeven en dat hij vóór Pasen terug te Matari was; en pas na Pinksteren ondernam hij een nieuwe tocht doorheen zijn distrikt.
Een der meest-bezochte dorpen, was Sagemezo, dorp dat wij heden heel moeilijk op een landkaart zouden kunnen terugvinden.
Op 2 Juni hield hij zich te Mpangu-Mavoka op, een groot dorp, waar hij de Markies van Mpangu, Don Bernard en Dame Marguerite, zijn vrouw, ontmoette, die er verbleven om cijns te innen.
De samenkomst was gelukkig, want de Markies behandelde hem als een weldoener en gaf hem twee varkens. De Pater ontving ook nog maïs, gierst en olie, alsook, zo zegt de tekst, kippen.
Van daar uit overschreed de Pater de Kwilu en de Loango, om de gronden van het Hertogdom Embata te bereiken. Hij overschreed de Luidi over een apenbrug, die hing op de plek waar er thans nog een bestaat om Ngongo Mbata te bereiken.
Ngongo Mbata was vroeger belangrijk geweest, maar het was toch nog een centrum, dat door Europeanen werd bezocht. Volgens Cavazzi zou Joris van Gheel er acht Hollandse Kalvenisten hebben bekeerd, die Angola waren ontvlucht, toen in 1648 Loanda terug door de Portugezen van Brazilië werd veroverd.
Van daar af bereikte te zendeling de hoofdstad, Mbanga Mbata, die zopas uit haar puinen was herrezen.
Van Mbanga Mbata doortrok de Pater de hoogvlakte van Mbongola, bereikte Mbanza Nzolo, residentie van de Markies Don Augustin, en eindigde zijn omreis te Ngongo Mbata, waar hij hoogstwaarschijnlijk was teruggeroepen door de zorg die hij koesterde voor zijn acht bekeerde Hollandse Katechisten.
Hij verliet dat dorp op 31 Juli en eindelijk, na 8 dagen tocht, keerde hij op 7 Augustus in zijn residentie te Mbanga-Matari terug.
Toen hij de aankomst vernam van de nieuwe prefekt, Hyacyntius van Vetrella, wenste Joris van Gheel hem vurig te ontmoeten teneinde verslag over zijn laatste omreis uit te brengen, en hoofdzakelijk om met hem te beraadslagen over de middelen om zijn apostolaat bij de Hollanders vruchtbaar te maken.