Bestemd voor verwoesting
Het woord eeuwigheid is wel erg groot. Toch is eeuwigheid, in zoverre die bestaat, elke keer mijn streven. Het is een vreselijk streven, bedrukkend en deprimerend. Wij zijn niet gemaakt om naar eeuwigheid te verlangen. Wij zijn, net als alles wat wij scheppen, bestemd voor verwoesting. Dit is de aard van de natuur. Hiertegen vechten is zwaar en daarom heb ik, als dichter, de gedachte aan eeuwigheid opzij proberen te zetten. Dit schept een emotionele dissonantie. Ik dwing mijzelf mijn schouders op te halen voor het oneindige van de tijd, maar werkelijk lukken zal dit nooit.
Wat is een interactie die tot poëzie kan leiden bij mij? In ieder geval moet de interactie een vervreemdend effect op mij hebben. Vervreemding is, denk ik, de kern. Misschien zou ik moeten zeggen ‘absurditeit’. Nu is, in mijn ogen, het hele bestaan absurd. Maar toch zijn er extremen, hoogtepunten, interacties die veel verder gaan dan de huis-, tuin-, en keuken absurditeiten in ons leven zoals bijvoorbeeld de veroudering en de tijdelijkheid van ons bestaan. Extremen snijden snel en meedogenloos in mijn leven. Wanneer ik weer tot rust ben gekomen, analyseer, esthetiseer en verwoord ik deze actuele hoogtepunten en mijn introspectie op een speciale wijze. Maar nogmaals, de tijd tussen de interactie en de verwoording mag niet lang zijn. Uitstel brengt een dichterlijk verlies met zich mee.
Hoe verwoord ik? Ik begin. Heel eenvoudig. Ik begin met drie, vier woorden. Deze woorden komen ongedwongen uit mijn brein en bereiken het papier in de vorm van symbolen: letters. De eerste woorden zijn van cruciaal belang voor mij. Hoe ze ontstaan zijn, weet ik niet. Dat is een mysterie. De woorden hebben te maken met mijn observerende esthetische oog voor introspectie. Ik bekijk mijn eigen inzichten vanuit verschillende kanten, geloof ik. Ik besef dat dit vaag klinkt. Waarschijnlijk wik en weeg ik mijn introspectie. En de gevolgen daarvan op mijn functioneren bekijk ik zorgvuldig.