Awater. Jaargang 2(2003)– [tijdschrift] Awater– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Portefeuille Saskia de Jong Heerser over en zie nu toch dat glibberlijfje dat bruin dat spant om wervels waardoor het lijkt alsof je niet het touw strak om de enkels bindt en aan een haak aan het plafond als iets wat zojuist is geslacht, maar dat vanzelf glijdt in een lus van tederheid, trots op de buit daar in mijn droom ben ik diegeen heb ik een mondje stukgekust geen lippenstift wat u daar ziet vel dat ontbreekt ja, zoenen met je hele mond Maria's beurt om de mensen te redden mijn mooie maria als wonder van eenvoud je haastte je af, raakte met nieuwe zolen verzeild in het wegen van de in zonde voor het gestichte loot Hij die dagen klokt per uur maar van ver zijn de sterren ouwelijk tal van vallende blozend halen wij aan het schuin aflopen het onbevlekken overkwam je kaal de Heilige en hoger als een kat al gevaarlijk reuk, driften, kranten, een berghelling Hard zwijgend is de winter welnu het schrijnt mij mij, gevaar der tweemanskabinetten dat jij beroert blind van het letten op details, mijn poeslief negatief is zoek dus het verraad komt als de bomen het lef zich langer te verzetten laten en machtig lijdzaam blijven dralen hard zwijgend is de winter, maar geen radeloze ruimte priemt mij slechts zal ik soms van binnen rillen Geraakt geen waterval kolkt zomaar neer nee, meer als druipkaarsvetfontein het schijnt mij duizelend kristallen die nooit vallen maar blijven zweven het water heeft mijn hart geweekt ik smeek nu om een nette dood wat rood en wat gekrijs, wat regen en tegen de avond de kilte verstaan of toch een bed van mos op rotsen het horen klotsen van het water en pas later rustig wachten op de klik en dan de stilte van het liggen en het sterven Saskia de Jong (1973) debuteert binnenkort met Zoekt vaas bij uitgeverij Bert Bakker. Eerder publiceerde zij gedichten in het tijdschrift Bunker Hill. Vorige Volgende