Tegenstellingen
Het woord smeltkroes dringt zich op, maar dan gevat in die hoogsteigen toon en dictie die door sommige critici tot ‘Heaney-speak’ werd omgedoopt. Die smeltkroes vindt zijn oorsprong in zijn achtergrond. In 1939 werd hij geboren in het gehucht Mossbawn, op de grens van protestantse en katholieke enclaves, in Ulster. Tegenstellingen bestonden er heel dicht bij elkaar. Aan de ene kant de katholieke boeren en de typisch Ierse moerassen, aan de andere kant het landgoed Moyola Park met zijn gecultiveerde tuinen en velden, domein van een Britse adellijke familie.
Ook binnen het eigen gezin bestond die tegenstelling. Seamus was de oudste van een boerenfamilie van negen kinderen en de enige die mocht ‘doorleren’, eerst op een kostschool in Derry en vervolgens aan Queen's University in Belfast, waar hij kennismaakte met de pijlers van de Britse cultuur die hij nooit heeft willen afwijzen. Aan de ene kant voelt hij zich thuis op de boerderij (‘Ook de Nobelprijs heeft Seamus niet veranderd,’ zei een van zijn broers), getuige de vele gedichten die hij over zijn achtergrond schreef. Aan de andere kant voelde hij zich in de vakanties, terug op de boerderij, soms wel een buitenstaander. Of liever: een observator. Heaney is zowel een deelnemer als een observator.
Deze twee achtergronden hebben Heaney een levenslange fascinatie voor tegenstellingen bezorgd. Een van zijn gedichten uit de bundel The Haw Lantern (1987), ‘Terminus’, omschrijft het als volgt: ‘Twee emmers waren lichter te dragen dan één./ Ertussen in groeide ik op.’ Die behoefte om de tegenstellingen te verzoenen, maken hem dan ook tot een fervent voorstander van het oplossen van de Noordierse ‘troubles’ - zeer tot ongenoegen van radicale ira-leden, die vinden dat een zo beroemd dichter zich voor de katholieke zaak moet inzetten. Een gedicht als ‘Van de grens van het schrijven’ is daar een ironisch commentaar op. Op een andere manier gaat ook het titelloze gedicht ‘Toen de monniken van Clonmacnoise’, uit de bundel Seeing Things (1991), over deze tegenstellingen. Het gedicht verhaalt over een verschijning aan een kloostergemeenschap in het middeleeuwse Clonmacnoise: een bemanningslid van een visionair luchtschip daalde af naar het klooster, maar kon niet blijven en moest door de monniken teruggeholpen worden naar zijn schip omdat hij anders in ‘het menselijke element zou verdrinken’, zoals hij het omschreef. Je kunt even van de fantasie proeven, maar je moet onherroepelijk terug naar je plaats van herkomst - een opvatting die bijzonder Iers is.