Wat bezielt
Door Thomas Möhlmann
‘De eerste keer was eigenlijk de tekst “De mussen vallen van de hitte uit de goten, daarom is Bob vanmiddag gesloten.” Ik had die zomer een caravan gekocht en moest een middag vrij nemen om hem te helpen plaatsen. “Dat is pech...” kwam later, toen ik eenmaal echt een week op vakantie ging. Ik had de bovenbuurvrouw voor elke dag een andere tekst gegeven, op bordjes die ik hier in de zaak voor haar had klaargelegd, met teksten als “Wacht nog vijf dagen, dan komt Bob weer zagen” erop.’
En toen u terugkwam, reageerden er zoveel mensen dat u dacht: dit blijven we doen.
‘Ja, ook omdat ik niet zoveel moeite heb om die dingen te bedenken. Maar zet je mij neer om Sinterklaasgedichten te schrijven, dan gaat dat niet spontaan, dan werkt het niet. De leukste ingevingen komen spontaan, als ik bijvoorbeeld de administratie zit te doen. Ik heb boven in het kantoortje nog wel een stuk of dertig kattebelletjes liggen.’
‘Ik heb er natuurlijk ook wel een geschikte naam voor. Het is een lekkere naam om op te rijmen. Voor hetzelfde geld heet je Hans... Dan houdt het toch een beetje op na “Grijp je kans bij Hans”. Toen ik hier in '66 begon, heette het nog “Hobbyhuis B. van Daalen”. Met zo'n naam ben je natuurlijk snel uitgerijmd.’
Het boek. Hoe kwam dat tot stand?
‘Kees 't Hart en Willem Winters kwamen ruim anderhalf jaar geleden bij mij in de zaak en zeiden: “We volgen u al jaren, vanaf '86 of '87, en uw manier van rijmen vinden we zo leuk, daar zouden we een boek van willen uitgeven.” Nou, dat vond ik natuurlijk prima.’
‘Ze vroegen of ik mijn teksten zelf bewaarde. Dat had ik niet gedaan, dus moesten zij het allemaal gaan opsporen in oude kranten. Daar zijn ze meer dan een jaar mee bezig geweest, ze hebben al die kleine advertentietjes moeten opzoeken in de bibliotheek. Het weekblad Huis aan Huis doorspitten was wel wat makkelijker,
maar die kranten dat was een heel karwei. Ook leuk: je ziet prijzen die nu allang niet meer bestaan, er komt uit dat boek een hele doe-het-zelfgeschiedenis naar boven.’
Het boek biedt een keuze van 230 van de ongeveer 700 gevonden teksten. Bent u betrokken geweest bij de selectie daarvan?
‘Nee, dat is allemaal in hun handen geweest. Eigenlijk had ik zelf wel een andere titel voor het boek in gedachten: “Bob hout. Gedichten met zijn inzichten.” Hout met een t, omdat dat mijn belangrijkste product is. Maar goed: zij deden het werk, maakten de kosten, hadden de regie, en daar ben ik wel heel tevreden over hoor. Het is ook een prachtig uitgegeven boek geworden.’
Hoe denkt uw familie over uw dichterlijke activiteiten?
‘Mijn kleinkinderen beginnen nu ook al: “Opa Bob houdt nooit op”. Mijn zoon is weer meer een ster in Sinterklaasgedichten. En dat boek vonden zij natuurlijk allemaal hartstikke leuk.’
Het boek werd afgelopen mei gepresenteerd.
‘Ook dat hebben 't Hart en Winters allemaal georganiseerd. Die presentatie moest hier in de zaak plaatsvinden, omdat het hier immers allemaal gebeurt. Er was een hele receptie, zeker een man of zestig. Ik heb toen de winkel maar vast om vier uur dichtgedaan.’
Er schijnt toen ook een jeugdkoor te hebben opgetreden met liederen op basis van uw teksten?
‘Dat was echt schitterend. Ze hadden wat teksten uit het boek gehaald en daar hele mooie ritmes ondergelegd: Bob... Bob-Bob... Bob... Bob-Bob... Grandioos! Dat vond iedereen prachtig, en het is ook nog op de lokale televisie uitgezonden.’
En Kees 't Hart droeg een speciaal voor u geschreven gedicht voor.
‘Ja, hij had zijn inspiratie hier in de zaak opgedaan. Mooi hoor, al vind ik het zelf wel leuker als het een beetje blijft rijmen. Als ik dichters zonder rijm hoor voorlezen, vind ik het meestal eigenlijk meer een verhaaltje.’
Leest u veel poëzie van anderen?
‘Nee, helemaal niet. In de Groene Amsterdammer vergeleek een interviewer me met een of andere dichter. Ik denk dan: ga me nou niet helemaal ontleden! Later vertelde iemand me dat die dichter in 2002 een belangrijke onderscheiding had gekregen, maar dat zegt me dus eigenlijk niet zoveel. Als ik me niet vergis, hoorde ik een tijdje geleden wel Gerrit Komrij op Skyradio een reclamespotje doen voor Piet Klerkx, ongeveer op de manier van mijn rijmpjes.’
Heeft u dat zelf nooit overwogen: reclamerijmen op de radio?
‘Mijn klanten zitten hier in Leeuwarden; iemand uit Harlingen of Franeker komt hier niet speciaal naartoe. Grotere media als radio leveren mij dus niet echt iets extra's op.’
Toch zijn er op uw boek ook buiten Leeuwarden veel reacties gekomen.
‘Dat was wel een verrassing. Net als hoe het eruit ziet: veel mooier dan ik me van tevoren had voorgesteld. Ik vond het ook heel apart om eens even een boekwinkel in te lopen en te kijken of mijn eigen boek er nog lag.’
Sommige woorden in uw bundel, zoals ‘antihogehakkendeukenparket’, wekken de indruk direct uit de doe-het-zelfpraktijk te zijn ontstaan.
‘Ja, dat is een beetje voor de grap. Laminaat is nu niet meer zo bijzonder, maar toen was dat vrij uniek, een nieuw product, en dan verzin je daar zo'n woord voor. Vorige week kwam er een lading vochtvreters binnen, en dan denk je even: wat zullen we daar van maken? Even later weet je: met Bobs vochtvreter gaat het altijd beter!’
In uw werk keren de prestaties van voetbalclub Cambuur Leeuwarden regelmatig terug. Is er nog een andere vaste actualiteit uit de omgeving die in uw rijmen terechtkomt?
‘Zo'n wedstrijd is echt elke week weer nieuws, de meeste andere dingen gebeuren niet zo regelmatig. Het wordt nu wel weer herfst, dan heb je vaker storm, dus ga je je richten op de schutting: “Zet je schutting stormvast met palen van Van Daalen”. En als er hier in de straat iets gebeurt, dan doe ik daar vaak ook wel wat mee. Ongeveer vijf jaar geleden was de hele straat afgezet voor rioleringswerk. Had ik pijltjes langs de weg gezet: “Let op! Hier naar Bob” en “Bob gaat even verderop”. Dat mocht niet van de gemeente, dus die haalden ze weer weg. Ik zette ze de volgende dag weer terug... Uiteindelijk kwam ik er nog mee in de krant, dat is toch ook weer extra publiciteit.’