Abdelkader Benali (Inghazzazen, Marokko, 1975) heeft tot op heden vooral bekendheid verworven met zijn proza: zijn debuut, Bruiloft aan zee, werd in vele talen vertaald. In het afgelopen voorjaar kreeg hij de Libris Literatuurprijs voor zijn roman De langverwachte. Daarnaast kennen zijn lezers hem van theaterstukken en columns. In december gaat zijn derde toneelstuk Onrein in première. Het gedicht op deze pagina is het eerste dat Benali in een tijdschrift heeft gepubliceerd.
I
Jij hebt tenminste geen last van de kloven tussen mij en de concertbak,
Vader.
Verhevenheid, daar heb jij een broertje dood aan,
Daarom laat ik hier de O maar weg,
Om zo jouw bescheidenheid te eren.
En als ik je bel, dan zul je niet beginnen over het derde canto dat op
De rug van een palm geschreven was,
Of mij bezig houden met uitentreuren
Wollige woorden nog eens aan te kaarten.
Ik hoef van jou geen moeilijke woorden te verwachten die me midden in de nacht,
O, zo slapeloos houden of een vingerwijzing op een fout in de tekst -
Zo bevrijd je mij toch nog van een last
Je zag niet hoe een druppel van een tak viel en opgevangen werd door Nabokov
Je hoort niet het stemmen van een balafon of de polyfonie van de bonobo's.
Jij hebt, in tegenstelling tot mij, je bestemming allang bereikt en daar
Hoor ik in de kerken niemand over.
Terecht laat je de drie-dimensionaliteit voor wat het is: jij kent alleen tijd.
De industrie van een boek uitleggen zou je zien als overbodig behang voor
Een kamer die toch al goed gevuld is met woorden
Buiten die vier wanden bestaat geen oraliteit laat staan literaire haat en nijd.
En niemand hoeft jou te vertellen hoeveel je op je vader lijkt - zo ben je niet
Opgevoed en daarom hoef je het niet aan mij kwijt.
Als een kip die in de hete oven uit elkaar valt, zo zingt de tijd ons los, al spot
Jij met al mijn uitgetekende hibernaties
Door nooit te beginnen over wat er achter mijn woorden ligt.
En als ik ze zeg dan hoor je ze niet
II
Je liet me een band vijf keer plakken om mij het geloof in het toeval van de lekke band af te leren.
Zo werd mij duidelijk dat al kan de mens de nooduitgang van een nieuwe binnenband gebruiken,
Hij toch moet leren de deur gesloten te houden voor vallend glas.
En zo kan ik, in deze tijden waarin zomerjurken met tentharingen worden
Vastgeketend, toch nog terugvallen op jouw oorspronkelijke zin en vermetelheid
En hoef mij niet te schamen dat ik jouw o-loze naam nog een keer gebruik.