Portefeuille
Louis Paul Boon
Spelen met de mannequin
In oktober verschijnt bij De Arbeiderspers de bundel Nachttrein, Onverzamelde gedichten van Louis Paul Boon (1912-1979). De gedichten in deze bundel zijn onlangs in de nalatenschap van Boon teruggevonden. Awater publiceert nu alvast enkele gedichten uit de cyclus ‘Spelen met de mannequin’ die Boon schreef in de periode juli 1959 tot juni 1960.
Dat de auteur van De Kapellekensbaan (1953) naast schilder ook dichter was, is niet algemeen bekend. In 1957 kreeg hij echter de Henriëtte Roland Holstprijs voor zijn lange, epische gedicht ‘De kleine Eva uit de Kromme Bijlstraat’ en kort na zijn overlijden in 1979 verscheen de bundel Verzamelde gedichten.
1
graag speelde ik eens het spelen moe
en o zo moe het spel van min of meer
min die in het land van haat
en plus de grens moet overschrijden
eens de nimmer eindigende loze dag
vergeten met de mannequin op zolder
afgedankte ledepop met zonder hoofd
uitgedoofde zangvogel op drietenige poot
en uit de hals het groeien
van haar roestig vraagteken
dode venus avondster op zolder
waarop ruimtevaarders durven landen
beschilderen met bloemen wil ik haar
een filmdromende starlet
haar boezem boezemt geen ontzag meer
aan de azuurblauwe zee voor azijnblauwe kelners
schijverende zonnen van gogh geel
en lager nog de navel het oog van god
en nog lager het wrede nest
waar slechts in sprookjes paradijsvogels huizen
playgirl alleen voor miljardairs
pleegirl van miljarden in de bios
haar bewerken met negermotieven
en lokkende lokomotieven
met arabesken van arabieren
met strepen van oerwouddieren
en a la picasso en o
abstrakt als miro waarmee
ik kleezijdank de aap de mannequin kan houden
2
een inktfles gooien brekend openvallen
aan haar voet de laatste snik
een laatste scherf
waaraan men haar nog diepe wonde snijdt
voor het leven een herinnering
een litteken en een almanak
wind en regen sneeuw en smart voorspelt
besmeuren met blink
Sa Va Tout Seul het gaat alleen
het gaat alleen maar mank
het loopt steeds spaak met alle spaken
met alle spoken die bij nacht
de tenen trekken van het geweten
help u zelf zo helpe u de mannequin
zal ik haar zetten in tricolore
haar hoofd zonbezeten roodgeregende
tomaat cirio steeds vooraan steeds in blik
haar goudglanzende borst van dekoraties
voor moed en deugdzaamheid in het gevaar
voor steun en hulp in het geval van nood
het zogenaamde noodgeval waarin men valt
soms als alle bakens zijn verzet
en alle bekers tot de droesem zijn gedronken
haar drietenige voet zo zwart als wat
hip hip hoera
ze zullen haar niet temmen
ze is van dietsen bloed de mannequin
god shave her
en gott mit uns
3
beschilderen met sterren en strepen
haar zolder een baai van new york
een beeld van vrijheid
waarvoor wij immer sneven
als vliegen in de winter sterven
en met binnenin een lift voor toeristen
bezoekers van het vrijheidsbeeld
met in welke hand die ze niet heeft
de lamp van diogenes die ons boven het hoofd hangt