van de ene op de andere zij wentelend door een koortsslaap
onbewogen zandkleurig onder de hijgende zon
opgegaan in een gevlekt bladerdek
kijkt het ons nu aan met naalddunne pupillen
knipogend terwijl we ons enkele meters lager
buigen over het raadsel
van in lucht oplossende sporen
tot we die blik plots in de nek voelen opgloeien
vertraagd horen we een kogel in de lader schuiven
terwijl het zich opspant en we ons op de rug laten vallen
in die ene luchtledige seconde voor de ontbranding
flitst het door het hoofd
hoe we in de vlakte liggen
door een sneeuwstorm verblind
alsof ze met duizenden tegelijk op ons af tollen
bevroren in hun sprong
pluizen waar we vergeefs naar grijpen
tussen de vingers door kringelend als vlinders
die jaren later een nieuw alaska in ons
hopen te ontketenen.
Je staat te flonkeren
teruggetrokken
in een sneeuwwitte pels
omzwermd door spiegelingen
die met gespitste oren van elkaar wegsluipen
als waren ze ten prooi
aan continentendrift
tot ze uiteindelijk
spiegel in spiegel uit gekropen
voorbij de rede en voorbij vermoeidheid
onder een vreemdkleurige poolnacht
liggen te hijgen
en de ene spiegel na de andere traag
als een ijsschots door de knieën gaat
een stilte in
hoopjes
gestold vet
een schreeuw
die in echo's weggeslingerd
voortijlend
over een eindeloos uitdijende vlakte
ooit opnieuw in je gezicht
terecht wil komen.
Alaska
If travel is searching
And home what's been found
I'm not stopping
I'm going hunting
I'm a hunter
I'll bring back the goods
But I don't know when
björk
(hunter)
Heuvel op heuvel af
door het ijs gezakt
te voorschijn gehesen
linkerbeen voor rechterbeen
besuikerd met kristallen
op het nieuwe wak af
als met kaarsvet overgoten
rechterbeen voor linkerbeen
laag over laag
tot je van kop tot teen
in glas gevat
de handen voor je uit
de weg versperd
blijft opklimmen
tot stilstand
eindelijk
tot rust bevroren
in de woede van een pels
van een alaska
overwoekerd
en je roerloos
eeuwenlang mag kijken
naar een vingertop
die als een kogel aan het zingen gaat
in de zuigende
pulserende verwonding
die je altijd hebt gedroomd
te worden.
>
Heb door moerassen gewaad
al dan niet menselijk
heb door bossen gewaad
door velden vol spinrag
heb dagenlang uitgestrekte armen
ingestreken in de vlakte gestaan
met lijm of speeksel
en werd bezocht door alles wat vleugels had
heb gegrepen wat ik kon en begrepen wat ik niet kon
vergeten
ben nooit eenzaam geweest
heb het nochtans geprobeerd
het was sterker dan mezelf
heb het mezelf nooit leren te vergeven
ben door de ene mond naar binnen gekomen
en door de andere mond naar buiten geworpen
en ondertussen werd ik bekleed
met alles wat ik niet kon
vergeten
heb eindelijk beseft dat er niets te beseffen valt
behalve de drang om op en neer te springen
onophoudelijk en koppig op en neer te springen
voorbij de rede en voorbij vermoeidheid en voorbij de hoop
en dan in die beweging mijn beide handen naar u op te houden
en het besef dat nooit iets u ertoe kon brengen
om ooit
al was het maar één keer
één vinger naar mij uit te steken.
Peter Verhelst (Brugge, 1962) schrijft poëzie, romans en theater teksten. Voor zijn roman Tongkat ontving hij de Gouden Uil, de Bordewijkprijs en de Cultuurprijs Vlaanderen voor Proza. Voor de theatertekst AARS! kreeg hij de Taalunie Toneelschrijfprijs 2001. Nadat hij zichzelf in 1996 dood verklaarde als dichter, brengt hij in januari 2003 een nieuwe dichtbundel uit: Alaska. Het werk van Peter Verhelst verschijnt bij uitgeverij Prometheus.