Awater. Jaargang 1

[p. 13]

Portefeuille
Arjen Duinker
Schikkingsvoorstel

Zorg voor een emmer.
De emmer hoeft niet mooi te zijn.
Benader mensen, ga dicht bij ze zitten.
Benader Nachoem Wijnberg, Kees 't Hart,
Jacob Groot, Tonnus Oosterhoff, Erik Lindner,
F. van Dixhoorn, Dirk van Bastelaere,
Geert Buelens, Harry ter Balkt,
Het mogen er meer zijn.
Vraag of ze bruikbare woorden
En regels willen schrijven,
Eventueel in de vorm van strofen
Of kant en klare gedichten.
Als ze vragen naar het doel hiervan
Haal je je schouders maar op.

Maak de emmer aan de binnenkant droog.
Het is niet nodig die mensen te zeggen
Dat je vraag een goed doel dient.
Ga weer bij ze zitten.
Wacht tot ze klaar zijn,
Neem dan de resultaten in ontvangst.
Die mensen schrijven
Heel bruikbare dingen, vind je.
Maar ze krijgen er meer dan genoeg lof voor,
Dus moeten ze willen delen.
Zet de emmer op de grond.
Mompel iets en overhandig
De reçuutjes.

Die mensen verstaan je niet.
De emmer is eigenlijk wel mooi,
Mooi roestig en mooi glimmend
En mooi mat hier en daar.
Die mensen zijn nieuwsgierig.
Wat ze hebben geschreven
Stop je in de emmer.
De een heeft zijn naam vermeld,
De ander had daar geen zin in.
Het is onbelangrijk voor het vervolg.
Die mensen kunnen fluiten
Naar hun eigendommen.
Het lijkt verstandig ervanuit te gaan
Dat ze iets bruikbaars hebben ingeleverd.

De emmer staat nu
Lang genoeg op de grond.
Die mensen gaan weer aan het werk.
Het kan best zijn
Dat ze hun twijfels hebben.
Zet de emmer op je hoofd.
Het is flink aan het waaien.
Roep allerlei goden aan
Zodat de wind niet gaat liggen.
Roep ook vliegen en wespen aan,
Roep ledematen en organen aan,
Roep bitterballen en augurken aan.
Roep iets tegen voorouders
Die op jonge leeftijd al
Zeeën onveilig maakten.

In de emmer komen wind
En zon en regen, deze twee
Als mogelijkheden, bij wat
Die mensen hebben ingeleverd.
Het proces dat zich voltrekt
Is het goede doel, denk je.
Maar je weet het niet zeker.
Eerst wilde je de taal helpen,
Toen wilde je de taal redden,
Daarna wilde je de taal veranderen,
En daarna wilde je de taal
Aan haar lot overlaten.

Je hebt een emmer op je hoofd
En loopt zo lang mogelijk rond.
De reacties van jong en oud
Bewijzen dat de emmer steeds mooier wordt.
De kenmerken van het proces
In de emmer zijn van de emmer.
Ga nu weer dicht bij die mensen zitten,
Ze zijn in de bruikbare taal aan het werk,
Daar kunnen ze gerust even mee stoppen.
Vertel dat je geen perfectionist bent,
Vertel dat je ervan houdt
Om beschermend en onontkoombaar te beschouwen.
Vertel dat je houdt
Van bruikbare taal.

Zonder te kijken halen die mensen
Hun eigendommen uit de emmer.
Je krijgt de reçuutjes meteen terug.
Ik begrijp jullie niet, zeg je,
Maar ik zou precies hetzelfde doen,
De emmer is helemaal niet van mij.
Vertel dat je de emmer
Niet steeds even mooi vindt,
Vertel dan een leuke mop.
Het doet je goed
Die mensen te zien lachen.
En nu kun je vertellen
Dat ook jij graag iets bruikbaars zou schrijven.
Misschien zoiets als dit, zeg je:

Alles is twee keer zo zoet.
De snoepketting is twee keer
Zo zoet als de schommel.
De krankzinnigheid is twee keer
Zo zoet als het waarnemen.
De krankzinnigheid is twee keer
Zoeter dan het waarnemen
En twee keer compacter.
De snoepketting is twee keer
Zo compact als het huidige leven
Dat op zijn beurt twee keer
Zo compact is als de hond.

Arjen Duinker (Delft 1956). Nieuwe poëziebundel, Misschien vier vergelijkingen, verschijnt voorjaar 2002 bij uitgeverij Meulenhoff. In 2002 verschijnen tevens bloemlezingen van zijn werk in Engeland, Italië en Frankrijk.