Arsenaal. Jaargang 6(1950)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Pieter Aerts De Eenzame Als mens - gij weet het best - hebt gij misdaan, als dichter draagt gij nog een voelend hart. Ik ken u niet. 'k Heb nooit naast u gestaan. Zo weet ik niets van u: noch lach, noch smart. Wat leest gij in uw hand of op de muur, waarop het zonlicht soms in scherven breekt? Uw schouders beven en uw mond is zuur wanneer gij tot uw stille schaduw spreekt. Gij spreekt. Is het een vloek of een gebed? Gij hoort een vogel fluiten, veel te schel. Gij hebt niet veel: drie tralies en een bed en nog een hart: te groot voor deze cel. Vorige Volgende