Arsenaal. Jaargang 6(1950)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Kleine twist Gij hebt me lang gezoend, uw borst mijn mond gereikt, mijn lief, uw ogen waren glanzend van begeren - zo heb ik eens de lucht gezien in 't diep der meren - Nu lost uw hand mijn schouder, bevend, en nu wijkt ge van mijn open mond, die bitter smaakt. Nu dooft de vreemde glans met alle sterren in uw ogen en 't is alsof ge snikt. Gij houdt het hoofd gebogen en zwijgt alsof gij niets meer van mijn woord gelooft. Mijn woord wellicht is voor de stilte hier te stroef. Ik zucht. Ik heb met moede hand een boek genomen. ‘Het Vaderhuis’. Ik kijk naar u. Uw ogen dromen op 't vers: ‘Ik weet niet wat ik heb gedaan’ en droef vraagt gij wat gij, geliefde vrouw, mij hebt misdreven en 'k zeg dat ik 't gedicht verkies boven het leven. Vorige Volgende