Arsenaal. Jaargang 6(1950)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Ouverture in kleine terts Uit parende liefde? Uit parende drift? Een doelloze kwelling? Een hemelse gift? De baker heft het krijtend wicht professioneel in 't lampelicht: ‘Het is een zoon; hij is gezond en weegt, naar schatting, ruim acht pond.’ In 't nawee steunt de kraamvrouw zacht: ‘Wij hebben 't kindje graag verwacht’. De man omhelst zijn bleke vrouw en stottert wat van liefde en trouw, maar als hij haar in 't lijden ziet gelooft hij haast zich zelve niet. ‘Wij dansen, denkt hij, immer voort; van langsom sneller draait de koord.’ De baker heeft haar taak volbracht. Zij zegt: ‘'t Is wel gegaan’, en lacht op 't kind en op het ouderpaar. Maar in de buurt verwacht men haar voor 't lijken van een dode man. Dit is het logisch eind er van. Uit parende liefde? Uit parende drift? De dood staat donker in ons hart gegrift. Hendrik Diddens Vorige Volgende