Arsenaal. Jaargang 6(1950)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Herfststemming Wanneer de zon terugkomt wil ik weer naar buiten; ik haat de monotone wind en 't staren op de leeggewaaide bomen en de blaren op de weke moddergrond verkleurd, gelijk mijn ruiten waarin een avondhemel langzaam sterft daarbuiten en waar verborgen zon een wolk met goudglans verft. En daar deze avond zo vermoeid en vredig sterft, ik wilde dat ik ook mijn ogen zo mocht sluiten. Mijn hart... dat hart dat in zijn Herfst de Herfst der dingen ontkennen wil en dat, verwend gelijk een kind, steeds moe, steeds onvoldaan, op nieuwe vreugden zint, mijn hart vergeet het noodlot der vicieuze kringen. Het leven was me mild. Nu is de pijn ontwaakt om 't schoon verleden dat de toekomst donker maakt... L.A. Degelaen Vorige Volgende