Arsenaal. Jaargang 5(1949)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Akte van Geloof 'k Geloof in u, o vrouw. Uw borsten zijn zo warm en week alsof ik vogels in mijn handen zou gevangen houden en bang hun bloed zou voelen slaan. Uw aangezicht is bleek maar in je bleekheid staan uw ogen, waar mijn driften lauwden. Want 't is steeds naar uw goedheid dat mijn droefheid naakt en niets is beter dan een woord dat zegt hoe te bezinnen. En 't is steeds aan uw mond dat mijn geluk ontwaakt want hij die zich gelukkig weet kan schoon en rijk beminnen. En ik geloof in u, o vrouw, die elke koorts genas, gij die steeds offert met uw vlees en ster wordt in de nachten, van 't oude leed niet spreekt nog van de zondaar die ik was en mij uw handen reikt alsof ze mij vergifnis brachten. En elke zomer zocht ik andre kleur en andre zang en nieuwe bloemen maar het was of 'k in de spiegel had gekeken en steeds mijn donker aangezicht aanschouwd' en 'k vond vol bang geluk dat Nieuwe toen mijn handen langs uw lichaam streken. Zo blijf ik aan uw dis gezeten: gij schenkt goede wijn. En voor dit al, geliefde vrouw, blijf ik in u geloven. Alles wordt goed bij u al moest het dan de Dood ook zijn want hij die zich bemind weet ziet geen lichten doven. Pieter Aerts Vorige Volgende