Arsenaal. Jaargang 5(1949)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende O dat ik haten moet... O dat ik haten moet en weer beminnen, dat 'k folt'raar ben en zalver op de zelf-gekerfde wonden - het worstelkamp waar God en duivel beurt'lings overwinnen, het vat van tegenstrijd: van deugd en zonden. O dat ik vinden moet en weer verliezen, dat aan mijn teerste vreugd de hardste smart komt kleven - te zijn een mens van vlees en bloed die niet kan kiezen, maar tussen licht en duister wordt gedreven. O dat 'k aanbidden moet en weer verzaken, dat ik de vrouw met al de vezels van dit lijf kan minnen, dat op de zoetste droom steeds volgt het bitterste ontwaken en na de pijn slechts komt het rijp bezinnen. O dat ik leven moet om ééns te sterven, dat ik de prooi zal zijn van d'aarde en de wormen - het schamel schepsel van wie niemand iets kan erven tenzij wat slib en akelige vormen. Hugo Wauters Vorige Volgende