Arsenaal. Jaargang 5(1949)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Droom Ik heb gedroomd: gij waart gestorven. Ach, nooit was ik u zo nabij. Gij hadt de grote rust verworven. Daar was geen dof verdriet in mij maar zachte blijdschap, geen verlangen, maar vreugde, die geen mens verstaat, geluk, niet in een vers te vangen, dat niet meer vraagt... neen, niet meer vraagt. Ik ben ontwaakt aan uw lippen. Gij lispelde mijn naam. O lief, waarom liet ik de droom ontglippen? - De dag kwam binnen als een dief. Jan van den Weghe Vorige Volgende