tijdelijke levenshouding. Kortom: totaal in- en uitleven in de sfeer, in de geest van het werk.
* * *
Zij die voortdurend hetzelfde menen kan ik slechts stumperds heten. Hun zg. rotsvastheid is veeleer het bewijs van armoede, terwijl de innerlijk rijke voortdurend zichzelf en zijn ideeën uit absolute noodzakelijkheid wijzigt en herziet.
* * *
Het is niet alleen pijnlijk, vaak zelfs is het onverdraaglijk te weten dat vrienden, aan wier oordeel ge zeer veel belang hecht, over u verkeerde gedachten hebben. Erger is het wanneer ge voelt dat ze u voor zekere feiten misprijzen en ge u, om velerlei redenen, niet rechtvaardigen kunt.
* * *
Nemen we als centraal gevoel het medelijden. Dan ligt er links, als negatief gevoel, de onverschilligheid, en rechts, als positief gevoel, de hardheid (niet uit onverschilligheid, maar gegroeid via het medelijden tot een superieur gevoel, een gevoel dat vol begrijpen is en vertrouwen wekt).
Mijn vriend was evenwel niet accoord met dit schema. Volgens hem moest er een vierde type bestaan. Een type dat via onverschilligheid en medelijden er in geslaagd is noch onverschillig te zijn, noch medelijden te hebben.
En eigenlijk: is medelijden in zijn intrensieke betekenis mogelijk?
Het is, strict genomen, uitgesloten, zodat we hoogstens kunnen gewagen van een gevoelvol begrijpen, een meevoelen. Al de rest zijn woorden! Lief en teder, maar ZINloos.
* * *
De wereld is een rotzooi en de dichter droomt van zuiverheid. Opzettelijk vergeet ik te schrijven onaardse zuiverheid, want dit adjectief verklaart te veel en maakt mij te bitter. Waarom zou het niet mogelijk zijn het ‘aardse’ aan ‘zuiverheid’ te koppelen?
* * *
De schoonste rust geniet men ongetwijfeld als men zich kan losmaken van alle pijnigende gedachten.
Hoe schijnbaar gemakkelijk zulks ook is toch is de practische proef onzegbaar moeilijk. Inderdaad, zich losmaken van pijnigende gedachten betekent zich bevrijden van een aantal knellen waarin de geest met al zijn tentakels vastzit. Derhalve moet men zich concentreren op een nevengedachte die geen uitstaans heeft met alle ideeën die ons kunnen benauwen en die terzelfdertijd weer dusdanig dient gekozen dat ze ons niet op haar beurt tot de onrust leidt. In vele gevallen komt zulks