Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] 'k Hou van de stilte niet... 'k Hou van de stilte niet. Ik zoek 't rumoer en 'k drink me duiz'lig in de kermisdorpen. Soms lig ik brakend op een vreemde koer, als vuilnis naast een hondenhok geworpen. En 'k schaam mij niet. 't Is slechts mijn lotsbestel. Mij goed, dat burgers mij een zondaar vinden. De dood speelt ook met hen zijn drastisch spel, en wormen zullen ook hun vlees verslinden. Elk heeft zijn doel in 't leven, zijn gewin. Vrij spoedig kon ik ook 't Geluk verwerven, 't Geluk van burgers zonder ziel noch zin, maar zulke prul kan ik misprijzend derven. Stoot mij gerust op zij en schimp: ‘Gij lalt!’ Kabaal of twist zult gij daarom niet horen. Een scherper pijn heeft reeds mijn jeugd vergald: ik zag Gods licht nooit door de wolken boren... Remi Boeckaert Vorige Volgende