Arsenaal. Jaargang 4(1948)– [tijdschrift] Arsenaal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Wat is het... ‘en om den tijd, die voortknaagt, te bestrijden, heb ik 't beproefde wapen opgeraapt: den droom, die als van ouds mij zal verlossen...’ Jan van Nijlen. Wat is het dat ons altijd weder naar 't wonder rijk der dromen drijft, dat maakt dat wij ontroerd en teder dien roes beroeren tot beklijft de weemoed om verleden dagen, om veel verlangens onvervuld, om tal van raadsels en van vragen, waarvan 't beduiden bleef omhuld? Is het de drang om te vergeten van weer een dag de tegenheid, zodat wij ons in droom vermeten te toeven in de zaligheid van nooit betreden lustgebieden, alwaar ons onbeperkt geschiedt wat rang en stand meestal verbieden en wat het leven toch niet biedt? [pagina 41] [p. 41] Is het de zucht om steil te stijgen de klem van eigen kleinheid uit, zodat wij vleugelen verkrijgen en luistren naar het zoet geluid - doch dringender dan ooit te voren - van ergens weer een toverfluit, wier lokstem orgelt aan onze oren hoog boven 's werelds koren uit? Om 't even, droom werd ons gegeven als onvolprezen surrogaat voor vele leemten in ons leven. Ontstentenis van eigen daad wordt in den droom driest opgeheven, zodat een onderdrukte drang de knel van ketens kan verbreken om bot te vieren wat reeds lang zich op ons lichaam zocht te wreken. Maurits de Doncker Vorige Volgende